• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

EERSTE VESPERS (OP DE VOORAVOND) VAN HET HOOGFEEST VAN DE MOEDER GODS
Alsmede het Te Deum b.g.v. het einde van het burgerlijk jaar

Geliefde broeders en zusters,

Het jaar dat ten einde loopt en het jaar dat zich aankondigt, staan beide onder de gezegende blik van de Allerheiligste Moeder van God. Het kunstzinnige beeld in gepolychromeerd hout dat hier naast het altaar staat en Haar toont op een troon met het zegenende Kind, herinnert aan Haar moederlijke aanwezigheid. In de vespers op de vooravond van dit Mariaal hoogfeest komen veel liturgische verwijzingen voor naar het mysterie van het Goddelijk moederschap van de Maagd.

O admirabile commercium!”, “Hoe wonderlijk is deze ruil!”. Zo begint de antifoon van de eerste psalm, die aldus vervolgt: “van een maagd die geen man bekent, neemt de Schepper een menselijk lichaam aan”. “Door uw wonderbare geboorte uit de Maagd zijn de Schriften vervuld”, verkondigt de antifoon van de tweede psalm, die zijn weerklank vindt in de derde antifoon die ons introduceert in het lied uit de Brief aan de Efeziërs: “In het braambos dat Mozes zag branden terwijl het ongeschonden bleef, erkennen wij uw lofwaardige maagdelijkheid. Moeder van God, wees onze voorspraak”. Het Goddelijk moederschap van Maria wordt nogmaals beklemtoond in de korte schriftlezing die daarjuist voorgelezen werd en die de gekende verzen uit de Brief aan de Galaten herneemt: “Toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw, (...) zodat wij de aanneming tot kinderen zouden verkrijgen” (Gal. 4, 4-5). In het traditionele “Te Deum”dat wij aan het einde van onze viering tot het Allerheiligste Sacrament zullen verheffen dat plechtig ter aanbidding is uitgestald, zullen wij ook zingen: “Tu, ad liberandum suscepturus hominem, non horruisti Virginis uterum”, “Gij, die om de mens verlossing te brengen, geen vrees hebt gehad voor de schoot van de Maagd”.
Deze avond nodigt alles ons uit de blik te richten op Haar die “het Woord van God in haar hart en in haar schoot heeft ontvangen en het Leven voor de wereld heeft gebaard” en daarom “als de ware moeder van God en van de Verlosser (dient) erkend en geëerd te worden” – zoals het Tweede Vaticaans Concilie zegt 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 53. De geboorte van Christus die wij deze dagen gedenken, wordt volledig door het licht van Maria doorstraald en wanneer wij bij de kribbe stilstaan om het Kind te aanschouwen, kan het niet anders dan dat de blik zich ook dankbaar naar de Moeder richt, die door Haar “ja” de gave van de verlossing mogelijk maakte. Ziedaar waarom de kersttijd een diepe Mariale connotatie heeft; de geboorte van Jezus, mens-God, en het Goddelijk moederschap van Maria zijn onlosmakelijke werkelijkheden; het mysterie van Maria en het mysterie van Gods enige Zoon die mens wordt, vormen één enkel mysterie, het ene helpt het andere beter te begrijpen.
Maria Moeder van God – “Theotokos”, “Dei Genetrix”. Sinds de oudheid werd de Maagd onder deze titel vereerd. Maar vele eeuwen kende het westen geen feest dat specifiek aan het Goddelijk moederschap van Maria gewijd is. Het is paus Pius XI die het in 1931 in de Latijnse Kerk invoerde ter gelegenheid van het 15e eeuwfeest van het Concilie van Efeze en hij plaatste het op 11 oktober. Op die datum begon in 1962 het Tweede Vaticaans Concilie. Het was vervolgens de dienaar Gods Paulus VI die in 1969 een oude traditie weer opnam en het hoogfeest vaststelde op 1 januari. In de apostolische Exhortatie “H. Paus Paulus VI - Apostolische Exhortatie
Marialis Cultus
Over de vernieuwing van de Maria-verering in liturgie en persoonlijke beleving
(2 februari 1974)
” van 2 februari 1974 legde hij de reden van deze keuze uit en de band ervan met de Werelddag voor de Vrede. “In de vernieuwde regeling van de Kersttijd – schreef Paulus VI – lijkt het ons dat iedereen zijn aandacht moet richten op de wederinvoering van het hoogfeest van Maria, de Heilige Moeder van God: (...) het is bedoeld om het aandeel te vieren dat Maria in het heilsmysterie gehad heeft en de lof te zingen van de bijzondere waardigheid die er voor de Allerheiligste Moeder uit voortvloeit (...) Het is trouwens een uitstekende gelegenheid om de pasgeboren Prins van de Vrede te aanbidden, de vreugdevolle boodschap van de engelen opnieuw te horen Vgl. Lc. 2, 14 , om God op voorspraak van de Koningin van de Vrede de opperste gave van de vrede af te smeken” H. Paus Paulus VI, Apostolische Exhortatie, Over de vernieuwing van de Maria-verering in liturgie en persoonlijke beleving, Marialis Cultus (2 feb 1974), 5.
Vanavond willen wij onze lofzang in de handen Gods Hemelse Moeder leggen om de Heer te danken voor de weldaden die Hij ons in de voorbije twaalf maanden verleend heeft. Het eerste gevoelen dat vanavond spontaan in ons hart opstijgt, is juist lof en dankzegging tot Hem die ons de tijd gegeven heeft, als een kostbare gelegenheid om het goede te doen; wij voegen er een vraag om vergeving aan toe omdat wij de tijd niet altijd nuttig gebruikt hebben. Het is mij een genoegen deze dankzegging te kunnen delen met u, geliefde broeders en zusters, die onze diocesane gemeenschap vertegenwoordigt en die ik hartelijk groet evenals alle inwoners van Rome.

{...}

{...}
In onze tijd die gekenmerkt wordt door onzekerheid en bezorgdheid voor de toekomst, is het nodig Christus’ levende aanwezigheid te voelen. Hij leidt ons naar Maria, Ster van hoop. Dank zij Haar moederliefde, kan Zij naar Jezus leiden, vooral de jongeren die in hun hart de vraag naar de zin van het leven onuitwisbaar dragen. Ik weet dat ouders die samenkomen om hun roeping te verdiepen, nieuwe wegen zoeken om hun kinderen te helpen bij de grote vragen van het leven. Ik roep hen en heel de christengemeenschap van harte op, om ten overstaan van de nieuwe generaties te getuigen van de vreugde die opwelt uit de ontmoeting met Jezus, die door Zijn geboorte in Betlehem niet gekomen is om ons iets af te nemen maar om ons alles te geven.
In de Kerstnacht had ik in het bijzonder de kinderen in gedachten, vanavond echter zou ik mijn aandacht aan de jongeren willen geven. Geliefde jongeren die verantwoordelijk zijt voor de toekomst van onze stad, heb geen angst voor de plicht tot apostolaat die de Heer u toevertrouwt, aarzel niet een levensstijl te kiezen die de hedonistische mentaliteit van vandaag niet volgt. De Heilige Geest verzekert u van de nodige sterkte om te getuigen van de vreugde van het geloof en de schoonheid van het christen zijn. De toenemende nood aan evangelisatie vereist talrijke arbeiders in de wijngaard van de Heer: aarzel niet er dadelijk op in te gaan als Hij u roept. De samenleving heeft burgers nodig die zich niet alleen met hun eigen interesses bezighouden, zoals ik op Kerstdag zei: “Indien iedereen uitsluitend aan zijn eigenbelang denkt, kan de wereld slechts haar ondergang tegemoet gaan”.
Geliefde broeders en zusters, dit jaar eindigt in het besef van een toenemende sociale en economische crisis die de hele wereld treft; een crisis die van iedereen meer soberheid en solidariteit vraagt om vooral mensen en gezinnen in grotere moeilijkheden, te hulp te komen. De christengemeenschap engageert zich reeds en ik weet dat de diocesane Caritas en andere liefdadigheidsinstellingen het mogelijke doen, maar samenwerking tussen allen is noodzakelijk want niemand mag denken dat hij zijn geluk alleen kan bouwen. Zelfs wanneer aan de horizon vele schaduwen over onze toekomst opduiken, mogen wij geen angst hebben. Onze grote hoop als gelovigen is het eeuwige leven in gemeenschap met Christus en de hele familie van God. Deze grote hoop geeft ons de kracht om de moeilijkheden van het leven op aarde het hoofd te bieden en te overwinnen. De moederlijke aanwezigheid van Maria verzekert ons vanavond dat God ons nooit verlaat als wij ons aan Hem toevertrouwen en Zijn onderrichtingen volgen. Daarom geven wij Maria, met kinderlijke genegenheid en vertrouwen, de verwachtingen en hoop evenals de angsten en zorgen van ons hart, nu wij afscheid nemen van het jaar 2008 en ons voorbereiden op het jaar 2009. Dat de Maagd Maria ons het Kind dat in de kribbe slaapt, geeft tot vaste hoop. Met vertrouwen vervuld, zullen wij dan op het einde van het “Te Deum” kunnen zingen: “In te, Domine, speravi: non confundar in aeternum” – “Op U, Heer, is onze hoop gevestigd, beschaam ons niet in eeuwigheid”. Ja, Heer, op U hopen wij, vandaag en voor altijd; Gij zijt onze hoop. Amen!

Document

Naam: EERSTE VESPERS (OP DE VOORAVOND) VAN HET HOOGFEEST VAN DE MOEDER GODS
Alsmede het Te Deum b.g.v. het einde van het burgerlijk jaar
Soort: Paus Benedictus XVI - Homilie
Auteur: Paus Benedictus XVI
Datum: 31 december 2008
Copyrights: © 2009, Libreria Editrice Vaticana
Vert.: Christi Sorores
Bewerkt: 7 november 2019

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test