Paus Benedictus XVI - 10 maart 2009
Met het oog op deze situatie ben ik voornemens de Pauselijke Commissie 'Ecclesia Dei', die sinds 1988 bevoegd is voor gemeenschappen en personen die, afkomstig uit de Broederschap St. Pius X of soortgelijke groeperingen, terug willen keren in de volledige gemeenschap met de Paus, in de toekomst te verbinden met de Congregatie voor de Geloofsleer. Zo moet duidelijk worden dat de thans te behandelen problemen wezenlijk van leerstellige aard zijn en bovenal de aanvaarding van het Tweede Vaticaans Concilie en het postconciliaire leergezag van de Pausen betreffen. De collegiale instellingen waarmee de Congregatie de voorkomende vragen behandelt (in het bijzonder de vaste vergadering van kardinalen op woensdag en de een- tot tweejarige plenaire bijeenkomsten) garanderen dat de prefecten van verschillende Romeinse Congregaties en het wereldepiscopaat bij de te nemen beslissingen betrokken worden. Men kan het leergezag van de Kerk niet in het jaar 1962 bevriezen – dat zal de Broederschap geheel duidelijk moeten zijn. Maar sommige van degenen die zich op de voorgrond plaatsen als grote verdedigers van het Concilie, moet ook in herinnering worden gebracht dat het Tweede Vaticaans Concilie de hele geschiedenis van het leergezag in zich draagt. Wie gehoorzaam wil zijn aan het Concilie, moet het geloof van eeuwen aanvaarden en mag de wortels van waaruit de boom leeft niet afsnijden.