H. Paus Paulus VI - 4 oktober 1965
Onze boodschap wil op de eerste plaats zijn een plechtige morele bekrachtiging van deze hoge instelling.
Door zo te spreken maken wij ons tot tolk van de levenden en de doden. Van de doden, die in de laatste afschuwelijke oorlogen gevallen zijn, dromend van eendracht en vrede in de wereld; van de levenden, die deze oorlogen overleefd hebben en die degenen, die opnieuw een oorlog zouden willen, veroordelen; en van de jeugd, die vol vertrouwen, en met recht, hoopt op een nieuwe betere mensheid.
Wij spreken ook namens de armen, de ontrechten, de ongelukkigen, namens hen die hunkeren naar gerechtigheid, naar een menswaardig bestaan, naar vrijheid, welvaart en vooruitgang.
De volken wenden zich tot de Verenigde Naties als hun laatste hoop op eendracht en vrede. Wij wagen het, hier, tegelijk met het onze, ook hun eerbetoon en vertrouwen uit te spreken. En daarom is dit ogenblik ook voor u een groots gebeuren.