William Kardinaal Levada - 8 september 2008
Voor wetenschappelijk onderzoek en voor de productie van vaccins en andere producten, worden soms cellijnen gebruikt die het gevolg zijn van een ongeoorloofde interventie tegen het leven of de lichamelijke integriteit van een mens. Het verband met de onrechtvaardige daad kan zowel indirect als direct zijn, daar er meestal sprake is van cellen die zich gemakkelijk en overvloedig vermenigvuldigen. Dit “materiaal” wordt soms commercieel beschikbaar gesteld of vrijelijk uitgedeeld aan onderzoekscentra door overheidsinstanties die hier van rechtswege mee belast zijn. Dit alles is oorzaak van verschillende ethische problemen zowel met betrekking tot indirecte medeplichtigheid aan het kwaad (“cooperatio ad malum”) als met betrekking tot het geven van ergernis. Het is daarom gepast algemene principes te formuleren op basis waarvan mensen met een goed gevormd geweten in staat zijn situaties, waarin ze mogelijk op grond van hun professionele activiteit betrokken kunnen raken, te evalueren en er zich over uit te spreken.
Bovenal moet men beseffen dat de categorie van abortus “van toepassing (is) op verschillende soorten ingrepen op menselijke embryo’s, die onvermijdelijk het doden ervan inhouden, ook al streven ze doelen na die op zich beschouwd gewettigd zijn. Dit is het geval bij het experimenteren met embryo’s, een praktijk die zich steeds meer verspreidt in het kader van biomedisch onderzoek en die in sommige staten wettelijk is toegestaan... Het gebruik van menselijke embryo’s of foetussen voor louter experimenten (is) een misdrijf tegen hun waardigheid als menselijke wezens, die evenveel recht hebben op eerbied als kinderen die reeds geboren zijn en als elke andere persoon”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 63 Deze vormen van experimenteren zijn altijd een ernstige verstoring van de morele orde. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 63