
William Kardinaal Levada - 8 september 2008
Een van de recente technieken van kunstmatige bevruchting die langzamerhand zeer belangrijk is geworden is intracytoplasmatische sperma-injectie. Intracytoplasmatische sperma-injectie is in bijna ieder opzicht gelijk aan andere vormen van in vitro fertilisatie, met dit verschil dat bij deze procedure de fertilisatie in de reageerbuis niet zelfstandig plaats vindt, maar door middel van het injecteren van één enkele, van tevoren uitgekozen, zaadcel in de eicel, of van het injecteren van onrijpe kiemcellen van de man. Deze techniek wordt steeds vaker gebruikt vanwege de effectiviteit bij de bestrijding van verschillende vormen van mannelijke onvruchtbaarheid. Specialisten zijn het niet eens over de gezondheidsrisico’s van deze methode voor kinderen die op deze manier zijn verwekt.
Zoals in het algemeen geldt voor in vitro fertilisatie, waarvan dit een variant is, is ICSI intrinsiek ongeoorloofd: het veroorzaakt een algehele scheiding tussen voortplanting en de huwelijksdaad. ICSI wordt namelijk tot stand gebracht “buiten de lichamen van de echtgenoten door middel van handelingen van een derde persoon wiens deskundigheid en technische werkzaamheid het welslagen van de ingreep bepalen; ze vertrouwt het leven en de eigenheid van het embryo toe aan de macht van medici en biologen en voert een overheersing van de technologie in ten aanzien van het ontstaan en de bestemming van de menselijke persoon. Een dergelijke overheersingsverhouding is op zichzelf al in strijd met de waardigheid en gelijkheid, welke gemeenschappelijk moeten zijn voor ouders en kinderen. Een conceptie in vitro is het resultaat van de technische handeling welke de bevruchting beheerst; deze is noch in feite bereikt noch positief gewild als uitdrukking en vrucht van een specifieke daad van echtelijke eenwording”. Congregatie voor de Geloofsleer, Over het beginnend menselijk leven en waardigheid van de voortplanting, Donum Vitae (22 feb 1987), 18
Een van de methoden om de kansen op succes bij in vitro fertilisatie te verbeteren is het opvoeren van het aantal pogingen. Om te vermijden dat er herhaaldelijk eicellen uit het lichaam van de vrouw genomen moeten worden, is er sprake van één enkele ingreep waarbij diverse eicellen uitgenomen worden, gevolgd door cryopreservering van een aanzienlijk aantal van de in vitro geconcipieerde embryo’s. Cryopreservering van embryo’s betekent hen invriezen op extreem lage temperaturen, waardoor ze langdurig opgeslagen kunnen worden. Zo kan, bij mislukking van de eerste poging tot een zwangerschap te komen, de procedure herhaald worden, of kunnen er later opnieuw pogingen worden ondernomen. In sommige gevallen worden zelfs de embryo’s die bij de eerste poging worden gebruikt ingevroren, omdat de hormonale prikkeling van de ovaria, nodig om de eicellen te verkrijgen, bepaalde bijwerkingen heeft, waardoor artsen willen wachten tot de lichamelijke conditie van de vrouw weer normaal is, voordat geprobeerd wordt een embryo in haar baarmoeder in te planten.
Cryopreservatie is onverenigbaar met de waardigheid die aan menselijk embryo’s toekomt; het vooronderstelt hun productie in vitro; het stelt hen bloot aan het ernstige risico van dood of fysiek letsel, daar een hoog percentage het proces van invriezen en ontdooien niet overleeft; het berooft hen, in ieder geval tijdelijk, van de moederlijke aanvaarding en zwangerschap; het plaatst hen in een situatie waarin ze blootgesteld kunnen worden aan verdere delicten en manipulatie. Congregatie voor de Geloofsleer, Over het beginnend menselijk leven en waardigheid van de voortplanting, Donum Vitae (22 feb 1987), 12
De meerderheid van de embryo’s die niet gebruikt worden blijven “wezen”. Hun ouders vragen niet om hen en soms verdwijnen die ouders spoorloos. Daarom zijn er duizenden en duizenden ingevroren embryo’s in bijna alle landen waar in vitro fertilisatie plaats vindt.