Johannes Kardinaal Willebrands - 7 januari 1970
De laatste tijd zijn er in verschillende delen van de wereld initiatieven genomen op het gebied van gemeenschappelijke deelneming aan de Eucharistie, waar het enerzijds gaat om gelovigen en clerus van de katholieke Kerk en anderzijds om Christenen en bedienaren van andere kerken en kerkelijke gemeenschappen. Soms gaat het om het toelaten van katholieke gelovigen tot de Communie in een protestantse of anglicaanse eucharistieviering, soms om de deelneming van protestanten of anglicanen aan de communie bij een eucharistieviering in een katholieke kerk; of ook om een gezamenlijke eucharistieviering door bedienaren die behoren tot kerken en kerkelijke gemeenschappen die onderling nog gescheiden zijn en waaraan gelovigen van deze gemeenschappen deelnemen.
Dit onderwerp is theologisch, pastoraal en vooral oecumenisch van groot belang en daarom willen wij de normen van de Kerk hieromtrent in herinnering brengen zoals ze onlangs zijn geformuleerd.