Paus Pius XII - 15 mei 1956
Daar Wij echter, zoals Wij boven vermeldden, dit jaar het eerste eeuwfeest vieren van de instelling voor de gehele Kerk van het feest van het Allerheiligst Hart van Jezus door Onze Voorganger Pius de IXe z.g., verlangen Wij vurig, Eerbiedwaardige Broeders, dat dit feest door het Christenvolk overal plechtig zal worden gevierd door een openbaar eerbetoon ter ere van het goddelijk Hart van Jezus, een eerbetoon van aanbidding, dank en eerherstel. Natuurlijk zal dit feest van christelijke vreugde en vroomheid met heel bijzondere vurigheid - één in liefde en gebed met heel de Christenheid - worden gevierd door dat volk, waaruit naar de beschikking Gods, de heilige maagd geboren werd, die deze verering heeft bevorderd en er de onvermoeibare heraut van was.
Wij vleien Ons met zoete hoop in het vooruitzicht der vruchten, die, als wat Wij u over de verering van het Allerheiligst Hart van Jezus hebben voorgehouden goed wordt begrepen en met ijver in praktijk wordt gebracht, in grote overvloed over de Kerk zullen uitstromen. En Wij smeken God, dat Hij Onze vurige verlangens moge bijstaan met de hulp Zijner genade en dat zijn goddelijke hulp het gelukkig resultaat moge hebben, dat door de voorgeschreven viering van dit jaar de liefde der gelovigen voor het Allerheiligst Hart van Jezus steeds meer moge aangroeien en dat over de hele wereld Zijn milde Heerschappij en Zijn Rijk wordt uitgebreid, "het rijk van waarheid en leven, het rijk van heiligheid en genade, het rijk van gerechtigheid, liefde en vrede". Missale Romanum: Prefatie op het feest van Christus, Koning van het Heelal
Eerbiedwaardige Broeders, als onderpand van deze genadegaven geven Wij aan ieder van u afzonderlijk, maar ook aan de geestelijkheid en het volk, die aan uw zorgen zijn toevertrouwd, en vooral aan allen, die metterdaad de verering van het Allerheiligst Hart van Jezus beoefenen en bevorderen, van ganser harte Onze Apostolische Zegen.
Gegeven te Rome, bij St. Pieter, de 15e mei van het jaar 1956,
het achttiende van Ons Pontificaat.Paus Pius XII