Paus Pius XII - 15 mei 1956
Vooral het gelaat van onze aanbiddelijke Verlosser verried en weerspiegelde aandoeningen, die op allerlei wijze het gemoed in beweging brachten, en als in wisselwerking ook Zijn allerheiligst Hart raakten en deden kloppen. Hiervoor geldt, wat de engelachtige Leraar, steunend op de algemene ervaring over de psychologie van de mens en wat daarmee samenhangt, opmerkt: "De verwarring, die ontstaat door toorn, verraadt zich ook naar buiten en vooral in de organen, die het duidelijkst weergeven, wat er omgaat in het hart nl. in de ogen, in het gelaat en het spraakvermogen". H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. 1-11, q. 48, a. 4
Eveneens is het Hart het symbool van de allervurigste liefde, die in Christus' ziel is ingestort, en Zijn ziel verrijkt, waarvan de werking wordt voorgelicht en geleid door een tweevoudige volmaakte, zalige, geschonken en ingestorte kennis. Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. 111, q. 9, a. 1-3 En tenslotte is het Hart het directe en geheel natuurlijke symbool van de zintuiglijke aandoeningen, want het lichaam van Jezus Christus, dat in de schoot der maagd Maria door de H. Geest is gevormd, bezit zelfs een volmaakter gevoel- en waarnemingsvermogen dan welk ander menselijk lichaam ook. Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. III, q. 33, a. 2, ad 3m, q. 46, a. 6
Als een bewijs van die drievoudige liefde moeten wij Zijn woorden, Zijn handelingen, Zijn voorschriften en tekenen met bewondering beschouwen, doch vooral de werken, die nog duidelijker getuigen van Zijn liefde voor ons nl. de installing der H. Eucharistie, de smartelijke folteringen en Zijn dood, dat Hij ons Zijn heilige Moeder tot moeder gegeven heeft, en ten slotte dat Hij Zijn Apostelen en ons de H. Geest heeft gezonden.
Wij moeten ook met innige aandoening de harteklop overwegen van Zijn allerheiligst Hart, waar- niee Hij a.h.w. de tijd van Zijn aardse pelgrimstocht tot op dat laatste ogenblik heeft gemeten, waarvan de Evangelisten zeggen: "Met luider stem roepende zeide Hij: Het is volbracht. En het hoofd buigend gaf Hij de geest" (Mt. 27, 50)(Joh. 19, 30).
Toen hield Zijn Hart op te kloppen en ook aan Zijn liefde, voor zover die op zintuiglijke aandoeningen steunde, kwam tijdelijk een einde, tot Hij na overwinning van de dood verrees uit het graf. Nadat echter Zijn lichaam in de staat der eeuwige verheerlijking was overgegaan en opnieuw verenigd was met de ziel van de goddelijke Verlosser, de overwinnaar van de dood, heeft Zijn Allerheiligst Hart nooit opgehouden te kloppen in onverstoorbare, rust en kalmte en zal het blijven kloppen tot in eeuwigheid en tevens zal dit Hart nooit meer ophouden het symbool te zijn van de drievoudige liefde, waardoor de Zoon Gods met zijn hemelse Vader en met heel de gemeenschap der mensen, waarvan Hij met onaanvechtbaar recht het mystieke Hoofd is, verbonden blijft.