HAURIETIS AQUAS IN GAUDIOOver de verering van het Allerheiligst Hart van Jezus
(Soort document: Paus Pius XII - Encycliek)
Paus Pius XII -
15 mei 1956
Maar eerst uit de Evangelies weten wij met volle zekerheid, dat het nieuwe Verbond tussen God en de mensen, waarvan het Verbond, dat Mozes gesloten had tussen God en het volk Israël slechts een symbool en voorafbeelding was en dat de profeet Jeremia voorspelde, inderdaad dat Nieuwe Verbond is, dat door het werk van het mensgeworden Woord, dat voor ons de goddelijke genade won, is vastgesteld en gesloten. Dit Verbond is onvergelijkelijk edeler en vaster, omdat het niet als het vorige door het bloed van bokken en kalveren bekrachtigd is, maar door het hoogheilige bloed van Hem, die deze als zoenoffer opgedragen redeloze dieren voorafbeeldden, nl.: "
Het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt".
Vgl. Joh. 1, 29
Vgl. Joh. 9, 18-28
Vgl. Joh. 10, 1-17
Want dit Christelijk Verbond toont veel duidelijker dan het Oude, dat het niet steunt op dienstbaarheid en vrees, maar bekrachtigd is door die vriendschap, die er moet zijn tussen een vader en zijn kinderen. Het wordt gevoed en gesterkt door een veel overvloediger uitstorting van genade en waarheid, naar het woord van de evangelist Johannes: "En van zijn volheid hebben wij allen ontvangen genade op genade. Want de wet werd door Mozes gegeven, maar de genade en de waarheid kwam tot ons door Jezus Christus." (Joh. 1, 16-17)
Door deze woorden van de leerling, "
dien Jezus liefhad en die bij het avondmaal rustte aan Zijn borst"" zijn wij reeds toegeleid in het geheim zelf der onmetelijke liefde van het mensgeworden Woord en daarom, Eerbiedwaardige Broeders, lijkt het Ons passend, rechtvaardig, billijk en heilzaam een ogenblik te verwijlen bij de beschouwing van dit allerzoetst geheim; wij kunnen dan verlicht door het licht, dat uit het Evangelie dit geheim bestraalt, de verwerkelijking van de wens nastreven, die de apostel der heidenen aan de Efesiërs schrijvend uitspreekt: "
Moge Christus door het geloof wonen in uwe harten, en gij geworteld en gegrondvest zijn in de liefde, opdat gij met alle heiligen moogt gaan begrijpen wat haar breedte, lengte, verhevenheid en diepte is en de liefde van Christus moogt kennen, die alle begrip te boven gaat, zodat ge vervuld moogt worden met heel de volheid Gods" (
Ef. 3, 17-19). Het geheim der Goddelijke Verlossing is allereerst en uiteraard een geheim van liefde nl.: van de toereikende liefde van Christus voor de hemelse Vader, aan Wie het kruisoffer, dat uit liefde en gehoorzaamheid werd opgedragen, een overvloedige voldoening van eindeloze waarde brengt voor de zondeschuld van het menselijk geslacht: "Christus heeft, omdat Hij leed uit gehoorzaamheid en liefde, aan God meer aangeboden dan de genoegdoening van de gehele schuld van het menselijk geslacht eiste".
H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. III. q. 48, a. 2