Paus Pius XII - 15 mei 1956
Uit liefde werd dit Hart ook bewogen door de aandoeningen van Zijn menselijke wil, die volmaakt overeenstemde met de goddelijke liefde, toen Hij in het huis te Nazareth met zijn lieve moeder en zijn voedstervader Jozef, die Hij gehoorzaam hielp in het timmervak, hemelse gesprekken voerde.
Door diezelfde algenoemde drievoudige liefde werd Hij ook gedreven bij Zijn lange apostolische tochten; toen Hij die talloze wonderen deed, waardoor Hij zelfs doden opwekte en allerlei soorten zieken de gezondheid gaf; toen Hij zware inspanning volhield; toen Hij in het zweet Zijns aanschijns werkte en honger en dorst verdroeg; toen Hij de nachten doorwaakte in innig gebed tot Zijn hemelse Vader; en tenslotte bij zijn toespraken en het voorhouden en verklaren van gelijkenissen, vooral die over de barmhartigheid, b.v. over de verloren drachme, het verloren schaap, en de verloren zoon. Gregorius de Grote merkt op, dat juist in deze daden en woorden het Hart Gods openbaar wordt. "Leer Gods Hart verstaan uit Gods Woorden, om vuriger te verlangen naar wat eeuwig blijft". H. Paus Gregorius de Grote, Registrum Epistolae. ep. 31 ad Theodorum medicum; PL. LXXVII, 706