26 september 1964
De opzet van deze dienst moet ongeveer dezelfde zijn als die van de woorddienst in de Mis. In het algemeen leest men in de volkstaal het epistel en Evangelie uit de Mis van de dag, voorafgegaan door en afgewisseld met gezangen, bij voorkeur uit de Psalmen. Is de voorganger een diaken, dan houdt hij een homilie; is hij geen diaken, dan leest hij een homilie voor, die de bisschop of de pastoor heeft aangewezen. De gehele plechtigheid wordt besloten met de 'algemene voorbede' of 'het gebed van de gelovigen' en met het 'Onze Vader'.
Het verdient aanbeveling dat ook de woorddiensten die men op de vooravond van hoge feestdagen, op sommige weekdagen in de Advent en de Vasten en op zon- en feestdagen wil bevorderen, de opzet volgen van de Liturgie van het Woord in de Mis, al bestaat er geen bezwaar tegen het houden van slechts een enkele lezing.
Last men meerdere lezingen in, zodat ook de heilsgeschiedenis goed tot haar recht komt, dan moet in het algemeen een lezing uit het Oude Testament aan een uit het Nieuwe Testament voorafgaan en moet de lezing uit het Evangelie als het ware het hoogtepunt vormen.