Paus Benedictus XVI - 30 oktober 2008
Beste vrienden,
Ik ben verheugd voor deze ontmoeting met de delegatie van het Internationale Joodse Comité voor Interreligieus Overleg. Al meer dan dertig jaar hebben uw commissie en de Heilige Stoel regelmatig en vruchtbare contacten, die hebben bijgedragen tot meer begrip en acceptatie tussen katholieken en joden. Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik om opnieuw te bevestigen dat de Kerk zich inzet voor de uitvoering van de principes die in de historische verklaring 2e Vaticaans Concilie - Verklaring
Nostra Aetate
Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten
(28 oktober 1965) van het Tweede Vaticaans Concilie. Deze verklaring, die stellig alle vormen van antisemitisme veroordeelt, vertegenwoordigd zowel een belangrijke mijlpaal in de lange geschiedenis van de katholiek-joodse betrekkingen en een uitnodiging voor een hernieuwd theologisch begrip van de relaties tussen de Kerk en het joodse volk.
Christenen zijn tegenwoordig steeds meer bewust van het spirituele erfgoed die ze delen met het volk van de Torah, het volk gekozen door God in zijn onuitsprekelijk genade, een patrimonium dat pleit voor meer wederzijds begrip, respect en liefde Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 4. Ook Joden worden uitgedaagd om te ontdekken wat ze gemeen hebben met allen die geloven in de Heer, de God van Israël, die zich het eerst openbaarde door zijn krachtige en bezielend woord. Zoals de psalmist ons herinnert, is Gods woord een lamp en een licht op ons pad, het houdt ons in leven en geeft ons nieuwe leven Vgl. Ps. 119, 105 . Dat woord daagt ons uit als gemeenschappelijke getuige Gods liefde, genade en waarheid uit te dragen. Dit is een vitale dienst in onze eigen tijd, die bedreigd wordt door het verlies aan de spirituele en morele waarden die de garantie zijn voor menselijke waardigheid, solidariteit, rechtvaardigheid en vrede.
In onze wereld vol problemen, die zo vaak gekenmerkt wordt door armoede, geweld en uitbuiting, moet de dialoog tussen culturen en religies meer en meer worden gezien als een heilige plicht die rust op eenieder die zich inzet voor de opbouw van een wereld die menswaardig is. De mogelijkheid tot acceptatie van en respect voor elkaar, en dat we de waarheid spreken in liefde, is essentieel voor het overwinnen van verschillen, het voorkomen van misverstanden en het vermijden van onnodige confrontaties. Zoals u zelf hebt ervaren door de jaren heen in de vergaderingen van de International Liaison Comité, is de dialoog alleen serieus en eerlijk wanneer zij de verschillen eerbiedigt en anderen erkent juist in hun anders zijn. Een oprechte dialoog moet zowel openheid kennen en een krachtig gevoel van identiteit aan beide zijden, om daardoor door elk te worden verrijkt door de gaven van de ander.
In de afgelopen maanden heb ik het genoegen gehad van ontmoetingen met de joodse gemeenschappen in New York, Parijs en hier in het Vaticaan. Ik dank de Heer voor deze ontmoetingen, en voor de vooruitgang in katholiek-joodse betrekkingen die zij weergeven. In deze geest, raad ik u aan te volharden in uw belangrijke werk en dit te doen met geduld en een hernieuwd engagement. Ik bied u mijn gebed en beste wensen aan, waar uw Commissie zich voorbereidt om de volgende maand in Boedapest met een delegatie van de Heilige Stoel van de Commissie voor de religieuze betrekkingen tot het Jodendom bijeen te komen, om te discussiëren over het thema: "Religie en burgerlijke gemeenschap vandaag de dag".
Met deze gevoelens, beste vrienden, vraag ik de Almachtige te blijven waken over u en uw gezin, en voor het geleiden van uw stappen op de weg van de vrede.