H. Paus Johannes Paulus II - 22 november 1981
Het toenemend aantal gemengde huwelijken tussen katholieken en gedoopte niet-katholieke christenen, evenals tussen katholieken en niet-gedoopten vraagt ook om speciale pastorale aandacht volgens de richtlijnen en normen die vervat zijn in de recente documenten van de heilige Stoel en in de documenten die uitgewerkt zijn door bisschoppenconferenties, teneinde hun juiste toepassing op de verschillende plaatselijke situaties mogelijk te maken.
De echtparen die in een gemengd huwelijk leven, doen bijzondere eisen gelden, die samengevat kunnen worden in drie hoofdpunten.
Bij de bespreking van de genoemde bijzondere eisen is het nodig de volgende punten voor ogen te houden:
Het is nuttig meerdere elementen van de gemengde huwelijken tussen katholieken en andere gedoopten, hoewel deze huwelijken een heel bijzonder karakter dragen, op de juiste wijze te steunen en te ontwikkelen, zowel vanwege hun innerlijke waarde als vanwege de bijdrage die zij kunnen leveren aan de oecumenische beweging. Dit is vooral duidelijk, als beide echtgenoten trouw zijn aan hun godsdienstige verplichtingen. Het doopsel dat zij gemeen hebben, en het dynamisme van de genade verschaffen aan de echtgenoten in deze huwelijken de basis en het motief om uitdrukking te geven van hun verbondenheid op het gebied van morele en geestelijke waarden.
Daarom, en ook om het oecumenisch belang van zo'n gemengd huwelijk, waarin de twee christelijke echtgenoten volledig hun geloof beleven duidelijk te doen uitkomen, moet men streven - ook al zal dit niet altijd gemakkelijk zijn - naar een hartelijke samenwerking tussen de katholieke en de niet-katholieke bedienaar, reeds vanaf de tijd van voorbereiding op huwelijk en bruiloft.
Wat de deelname van de niet-katholieke partij aan de eucharistische communie betreft, volge men de normen van het Secretariaat voor de eenheid van de christenen. Vgl. Secretariaat voor eenheid der Christenen, Instructie over toelating van de andere Christenen tot de Eucharistische Communie in de Katholieke Kerk, Instructio de Peculiaribus Casibus Admittendi Alios Christianos ad Communionem Eucharisticam in Ecclesia Catholica (1 juni 1972) Vgl. Secretariaat voor eenheid der Christenen, Notitie over toelating gemengd gehuwden tot de Eucharistie (17 okt 1973)
In veel delen van de wereld constateert men een toenemend aantal huwelijken tussen katholieken en ongedoopten. In veel gevallen belijdt de ongedoopte partner een andere godsdienst; dan moeten zijn overtuigingen met eerbied behandeld worden, overeenkomstig de beginselen van de verklaring 2e Vaticaans Concilie - Verklaring
Nostra Aetate
Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten
(28 oktober 1965) van het Tweede Vaticaans Concilie over de houding ten opzichte van de niet-christelijke godsdiensten. Maar in niet weinig andere gevallen, vooral in geseculariseerde maatschappijen, belijdt de ongedoopte persoon geen enkele godsdienst. Het is noodzakelijk dat de bisschoppenconferenties en de afzonderlijke bisschoppen voor deze huwelijken passende pastorale maatregelen treffen die erop gericht zijn de bescherming van het geloof van de katholieke partner alsmede van zijn vrije beleving van zijn geloof te waarborgen, vooral wat de plicht betreft alles wat in zijn macht is te doen, opdat de kinderen gedoopt en katholiek opgevoed worden. De katholieke partner moet bovendien op alle manieren gesteund worden in zijn plicht binnen het gezin een echt getuigenis van katholiek geloof en leven te geven.