H. Paus Paulus VI - 26 maart 1967
Het gaat hier allereerst over een plicht van de meer welgestelden. Hun verplichtingen vloeien voort uit een menselijke en bovennatuurlijke broederschap en vertonen een drievoudig aspect. Vooreerst de plicht van solidariteit, nl. de hulp, die de rijkere volken moeten geven aan de ontwikkelingslanden.