POPULORUM PROGRESSIOOver de ontwikkeling van de volken
(Soort document: H. Paus Paulus VI - Encycliek)
H. Paus Paulus VI -
26 maart 1967
Naast deze beroepsorganisaties zijn ook nog de culturele instellingen werkzaam, en hun taak is niet minder belangrijk voor het welslagen van de ontwikkeling. Ziehier de ernstige woorden van het Concilie: "Want de toekomst van de wereld zou in gevaar komen, als er geen wijze mensen zouden opstaan"; en het voegt er aan toe: "bovendien moet gezegd worden, dat vele volken, die economisch armer zijn, maar rijker aan wijsheid, aan de andere volken op dit punt grote steun kunnen bieden". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 15 Elk land, rijk of arm, bezit een cultuur, die het ontvangen heeft van het voorgeslacht: instellingen voor een goed functioneren van dit leven, en hogere uitingen van de geest op het gebied van kunstwetenschap en godsdienst. Wanneer deze laatste echte menselijke waarden bevatten, dan zou het een grote fout zijn, ze op te offeren aan de eerste. Een volk, dat dit zou toelaten, zou het beste doel van zichzelf prijsgeven; het zou om te kunnen bestaan, zijn bestaansredenen opgeven. De vermaning van Christus geldt ook voor de volken: "Wat voor nut heeft het voor een mens heel de wereld te winnen, als dit ten koste gaat van eigen leven?" (Mt. 16, 26)
De arme volken kunnen zich niet genoeg in acht nemen voor de verleiding, die uitgaat van de rijke volken, die niet alleen hun succes op het gebied van cultuur en techniek ten toon spreiden, maar ook het voorbeeld te zien geven van een activiteit, die bovenal het verkrijgen van stoffelijke welvaart beoogt. Niet alsof deze laatste uit zichzelf de ontplooiing van de geest zou belemmeren, integendeel, door de stoffelijke welvaart "kan de mens, minder slaaf van de dingen, zich vrijer verheffen tot de aanbidding en beschouwing van de Schepper".
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 57 Toch "kan de moderne beschaving, weliswaar niet uit zichzelf, maar omdat ze te veel opgaat in het aardse, dikwijls oorzaak zijn, dat men God moeilijker vindt".
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 19 De ontwikkelingsvolken moeten dus een keuze weten te doen uit wat hun wordt aangeboden. zij moeten de valse goederen, die een verlaging van het menselijk ideaal inhouden, kritisch beoordelen en afwijzen, maar zich openstellen voor de gezonde en weldoende waarden, om deze samen met hun eigen nationale waarden tot ontwikkeling te brengen volgens hun karakteristieke aanleg.
Een integraal humanisme: ziedaar wat men moet nastreven.
Zie bijv. J. Maritain, L'humanisme integral, Paris, Aubier 1936. En wat is dit anders dan de totale ontplooiing van de gehele mens en van alle mensen? Een gesloten humanisme, dat niet ontvankelijk is voor de waarden van de geest en voor God, die er de bron en de oorsprong van is, kan in schijn misschien meer succes hebben. Zeker, de mens kan de wereld organiseren zonder God, maar "zonder God kan hij uiteindelijk de wereld slechts organiseren tegen de mens. Een humanisme, dat al het andere buitensluit, is een onmenselijk humanisme."
Zie H. de Lubac s.j., Le drame de l'humanisme athee, 3de ed. Paris, Spes, 1945, p. 10. Er is dus geen echt humanisme tenzij een humanisme, dat zich richt op God, in de erkenning van een roeping, die het echte ideaal van menselijk leven geeft. De mens is dus niet de hoogste norm van zichzelf; hij kan zichzelf slechts verwezenlijken door zichzelf te overstijgen, volgens de zo juiste uitspraak van Blaise Pascal: "De mens gaat zichzelf oneindig ver te boven."
Zie Pensees, ed. Brunschvicq, n. 434; zie Maurice Zundel, L'homme passe l'homme, Le Cairo, Editions du lien 1944.
© 1967, Ecclesia Docens 0818, uitg. Gooi & Sticht, Hilversum