H. Paus Johannes Paulus II - 10 november 1994
TERTIO MILLENNIO ADVENIENTE Nu het derde millennium van de nieuwe tijd nadert |
|||
► | "Jezus Christus is dezelfde ... tot in eeuwigheid" (Heb. 13, 8) |
De Kerk bestaat reeds tweeduizend jaar. Zoals het mosterdzaadje uit het evangelie schiet zij op en wordt een grote boom die met haar lover de gehele mensheid bedekken kan. Vgl. Mt. 13, 31-32
Sprekend over het vraagstuk van het lidmaatschap van de Kerk en de gerichtheid van alle mensen op het volk God, zegt Vaticanum II in de Dogmatische Constitutie over de kerk het volgende: "Tot deze katholieke eenheid van het volk van God ... zijn dus alle mensen geroepen. Op verscheidene wijzen behoren daartoe of zijn daarop gericht zowel de gelovige katholieken als de anderen die in Christus geloven, en tenslotte zelfs alle mensen zonder uitzondering, door Gods genade tot het heil geroepen." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 13 Van zijn kant zet Paulus VI in de encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Ecclesiam Suam
Over de Kerk
(6 augustus 1964) uiteen dat heel de mensheid betrokken is bij het heilsplan van God, waarbij hij benadrukt dat er verschillende cirkels zijn in de heilsdialoog.. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de Kerk, Ecclesiam Suam (6 aug 1964), 96
In het licht van deze gedachte is de parabel van het gist in het deeg Vgl. Mt. 13, 33 nog beter te verstaan: Christus als goddelijk gist dringt steeds dieper door in de actualiteit van het leven der mensheid en verbreidt daarbij het heilswerk dat in het paasmysterie is voltrokken. Ook het hele verleden van het menselijk geslacht, te beginnen bij de eerste Adam, betrekt Hij in zijn heilbrengende macht. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 2 De toekomst hoort aan Hem toe: "Jezus Christus is dezelfde gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid" (Heb. 13, 8). "De Kerk van haar kant heeft slechts één doel voor ogen: onder leiding van de Trooster, de Geest, het werk van Christus zelf voort te zetten, die in de wereld kwam om getuige te zijn voor de waarheid, om te redden en niet om te oordelen, om te dienen en niet om zich te laten dienen." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 3
En daarom gaat vanaf de tijd der apostelen de zending van de kerk ononderbroken door binnen de gehele mensenfamilie. De eerste evangelieverkondiging was vooral gericht op het gebied rond de Middellandse Zee. Tijdens het eerste millennium gingen er vanuit Rome en Constantinopel missies uit die het christendom over heel het Europese continent hebben uitgedragen. Tegelijk richtten zij zich op het hart van Azië tot India en China toe. Met de ontdekking van Amerika aan het einde van de vijftiende eeuw begon de evangelieverkondiging in het Noorden en Zuiden van dat grote werelddeel. Terwijl in die zelfde tijd de kusten van Afrika ten zuiden van de Sahara het licht van Christus ontvingen, drong Franciscus Xaverius, de patroon van de missies, door tot in Japan. Op het einde van de achttiende en in het begin van de negentiende eeuw bracht een leek, André Kim, het christendom naar Korea; in die tijd bereikte de verkondiging van het evangelie Indo-China en ook Australië en de eilanden van de Stille Zuidzee.
In de negentiende eeuw is er veel missiearbeid verricht onder de volkeren van Afrika. Al dat werk heeft vruchten gedragen die tot op de dag van vandaag voortduren. Het Tweede Vaticaans Concilie spreekt in het decreet 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Ad Gentes Divinitus
Over de missie-activiteit van de Kerk
(7 december 1965) over de missionaire arbeid. Na het Concilie is het vraagstuk van de missiearbeid behandeld in de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptoris Missio
Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht
(7 december 1990), in het licht van de problemen van de missies in de slotjaren van deze eeuw. Ook in de toekomst zal de Kerk een missionair karakter hebben: dat behoort immers tot haar wezen. Na de val van de grote anti-christelijke systemen in Europa, eerst van het nazisme en vervolgens van het communisme, is het dringend noodzakelijk, aan de mannen en vrouwen in Europa de bevrijdende boodschap van het Evangelie te brengen. Vgl. Bisschoppensynodes, Slotverklaring 1e Bijzondere Bisschoppensynode voor Europa (14 dec 1991), 3 Bovendien ziet men thans in de wereld opnieuw, om met de woorden van de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptoris Missio
Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht
(7 december 1990) te spreken, de situatie van de Areopaag te Athene waarover Paulus sprak. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 37 Er zijn tegenwoordig talrijke en zeer verschillende 'areopagen': het zijn de grote sectoren van de moderne beschaving en cultuur, van de politiek en de economie. Hoe sterker het Westen zich losmaakt van zijn christelijke wortels, hoe meer het missiegebied aan het worden is in de gedaante van vele soorten van areopagen.
De toekomst van wereld en Kerk behoort toe aan de jonge generaties. Ze zijn in deze eeuw geboren en zullen in de eerste eeuw van het komend millennium rijpe mensen worden. Christus heeft grote verwachtingen van de jonge mensen, zoals Hij die had van de jonge man die Hem vroeg: "Wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?" (Mt. 19, 16). Op het prachtige antwoord dat Jezus hem gaf ben ik ingegaan in de recente encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Veritatis Splendor
Over kerkelijke moraalleer
(6 augustus 1993) en eveneens in de H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief
Dilecti amici - Bereid tot verantwoording
Aan de jongeren in de wereld ter gelegenheid van het Internationale Jaar van de Jeugd
(31 maart 1985) die daaraan voorafgaand in 1985 werd geschreven.
In welke situatie of streek ter wereld ook blijven jonge mensen aan Christus vragen stellen: Zij ontmoeten Hem en zoeken Hem om Hem nog verder te ondervragen. Als zij de weg weten te gaan die Hij hun toont, zullen zij tot hun vreugde kunnen bijdragen tot zijn levende aanwezigheid in de komende eeuw en in de eeuwen daarna tot aan de voltooiing der tijden. "Jezus is dezelfde gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid."
Tot slot is het goed om de woorden aan te halen van de Pastorale Constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965) "De Kerk gelooft dat Christus, voor allen gestorven en verrezen, door zijn Geest de mens licht en kracht kan verschaffen om aan zijn hoge roeping te beantwoorden; en dat in het ondermaanse aan de mensen geen andere naam is gegeven waardoor zij moeten worden gered. Tevens gelooft zij dat de sleutel, het centrum en de voltooiing van heel de geschiedenis van het mensdom te vinden zijn in haar Heer en Meester. Bovendien houdt de kerk eraan vast, dat er bij alle veranderingen veel is dat niet verandert en dat zijn eigenlijke fundament in Christus heeft, die gisteren en heden en in eeuwigheid dezelfde is. In het licht dus van Christus, evenbeeld van de onzichtbare God, Eerstgeborene van de gehele schepping, wil het Concilie spreken tot allen, om het mysterie van de mens te verduidelijken en om mee te helpen bij het vinden van een oplossing voor de voornaamste problemen van onze tijd." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 10
Ik nodig de gelovigen uit, met aandrang tot de Heer te bidden om het inzicht en de steun die nodig zijn voor de voorbereiding en viering van het op handen zijnde Jubileum. Daarnaast spoor ik mijn vereerde broeders in het bisschopsambt en de hun toevertrouwde kerkelijke gemeenschappen aan, hun hart open te stellen voor wat de Geest hun ingeeft. Hij zal zeer zeker de harten zo weten te treffen dat zij met een hernieuwd geloof en een daadwerkelijke edelmoedigheid het grote Jubileum zullen kunnen vieren.
Deze opdracht van de gehele kerk vertrouw ik toe aan de voorspraak van Maria, de moeder van de Verlosser. Zij, de Moeder van de schone liefde, zal voor de christenen op de weg naar het derde millennium, de Sterre zijn die hun schreden veilig zal leiden tot de Heer. Moge de nederige Maagd uit Nazaret die tweeduizend jaar geleden aan de wereld het mensgeworden Woord heeft geschonken, de mensheid in het nieuwe millennium leiden naar Hem die "het ware licht is dat ieder mens verlicht" (Joh. 1, 9). Met deze wensen schenk ik aan allen mijn zegen.
Vanuit het Vaticaan, 10 november 1994, in het zeventiende jaar van mijn pontificaat.Johannes Paulus II