TERTIO MILLENNIO ADVENIENTENu het derde millennium van de nieuwe tijd nadert
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief)
H. Paus Johannes Paulus II -
10 november 1994
Het eerste jaar, 1997, zal dus gewijd zijn aan het nadenken over Christus, Woord van de Vader, door de werking van de heilige Geest mens geworden.
Het uitgesproken christologisch karakter van het Jubileum dient immers duidelijk naar voren te worden gebracht, want het wil de menswording vieren van de Zoon van God, heilsmysterie voor heel de mensheid. Het door veel kardinalen en bisschoppen voor dit jaar voorgestelde algemene thema is:
"Jezus Christus, de enige Redder van de wereld, gisteren, vandaag en in eeuwigheid" Vgl. Heb. 13, 8
.
Onder de door het Consistorie genoemde christologische onderwerpen komen vooral de volgende naar voren: een nieuw zicht op Christus Heiland en Evangelieverkondiger, waarbij in het bijzonder verwezen wordt naar het vierde hoofdstuk van het Lucas-evangelie: hierin is het thema van Christus, gezonden om de Blijde Boodschap aan te kondigen, nauw verweven met dat van het Jubileum, een dieper verstaan van het mysterie van zijn menswording en geboorte uit de maagdelijke schoot van Maria, de noodzaak van geloof in Hem voor het heil. Om Christus werkelijk te leren kennen zoals Hij is, dienen de christenen, vooral tijdens dit jaar, met hernieuwde aandacht de bijbel ter hand te nemen, "ofwel door de aan het woord van God zo rijke heilige liturgie, ofwel door vrome lezing of door geëigende instellingen en andere hulpmiddelen" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 25.
De hemelse Vader komt ons immers zelf in de geopenbaarde tekst tegemoet en verwijlt met ons, waarbij Hij ons de natuur doet kennen van zijn enige Zoon en zijn heilsplan voor de mensheid Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 2.
Het eerder vermelde streven, in de loop van dit jaar de sacramenten te actualiseren, zal kunnen steunen op de
herontdekking van het doopsel als fundament van het christelijk leven, volgens het woord van de apostel: "
want gij allen die in Christus zijt gedoopt, zijt met Christus bekleed" (
Gal. 3, 27). Zijnerzijds wijst de
Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) erop dat "het Doopsel de grondslag vormt voor de eenheid onder alle christenen, ook met hen die nog niet ten volle in gemeenschap met de katholieke kerk leven".
Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1271 Juist
oecumenisch gezien zal het een zeer belangrijk jaar zijn om tezamen de blik te richten op Christus, de enige Heer, en te streven naar de éénheid in Hem overeenkomstig zijn gebed tot de Vader. Wanneer de centrale plaats van Christus, van het Woord van God en van het geloof wordt benadrukt, zal dit zeker bij de christenen van de andere confessies belangstelling wekken en gunstig worden ontvangen.
Alles dient te zijn gericht op het allereerste doel van het Jubileumjaar, namelijk
de versterking van het geloof en het getuigenis van de christenen. Daartoe moet bij alle gelovigen
een werkelijk verlangen naar heiligheid worden gewekt, een sterke begeerte naar bekering en persoonlijke vernieuwing, in een klimaat van steeds inniger gebed en van solidariteit met de naaste, met name met de meest noodlijdenden.
Het eerste jaar zal dus een gunstig moment zijn voor een hernieuwde waardering van de katechese in haar oorspronkelijke betekenis van "leer van de apostelen" (Hand. 2, 42) over de persoon van Jezus Christus en zijn heilsmysterie. Daartoe zal een gedegen bestudering van de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) zeer nuttig zijn: deze "zet getrouw en systematisch uiteen wat de leer is van de heilige Schrift, van de levende overlevering van de kerk en van het ware leerambt, en daarnaast ook het geestelijk erfgoed van de kerkvaders, de heiligen van de Kerk, om het christelijk geheim beter te kunnen leren kennen en het geloof van het Volk van God te verlevendigen". H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Publicatie Katechismus van de Katholieke Kerk, Fidei Depositum (11 okt 1992) Om realistisch te zijn zal men niet mogen vergeten het geweten van de gelovigen voor te lichten over de dwalingen omtrent de persoon van Christus, door de bezwaren tegen Hem en tegen de Kerk op te helderen.
De beschouwing van de
heilige Maagd, die gedurende de hele voorbereidingsfase als het ware 'indirect' aanwezig zal zijn, zal in dit eerste jaar vooral uitgaan naar het geheim van haar goddelijk moederschap. In haar schoot is het Woord vlees geworden! Als er gesteld wordt dat Christus de centrale plaats bekleedt, moet dit noodzakelijk gepaard gaan met de erkenning van de rol die zijn heilige Moeder heeft gespeeld. Wanneer haar verering goed wordt verstaan, wordt "aan de waardigheid en werkdadigheid van Christus, de enige Middelaar, niets afgedaan, niets toegevoegd".
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 62 Maria wijst steeds op haar goddelijke Zoon, en zij wordt aan alle gelovigen voorgehouden
als model van doorleefd geloof. "De kerk, die in vrome overweging bij haar verwijlt en haar in het licht van het mens geworden Woord beschouwt, dringt met ontzag verder door in het diepste mysterie van de Incarnatie en wordt met haar Bruidegom steeds meer gelijkvormig."
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 58