Onder de zonden die om groter boetvaardigheid en bekering vragen, horen zeer zeker die
welke de door God voor zijn volk gewilde eenheid hebben geschaad. Meer nog dan gedurende het eerste millennium heeft de kerkelijke gemeenschap tijdens de nu bijna voltooide duizend jaar "soms niet zonder schuld aan beide zijden"
2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 3 smartelijke scheuringen gekend die heel duidelijk in strijd zijn met ChristusÕ wil, en die voor de wereld een ergernis betekenen.
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 1 Helaas, de last van deze zonden uit het verleden doet zich ook nu nog gevoelen; ze zijn ook in onze tijd als het ware blijvende bekoringen. Er moet openlijk schuld worden bekend en Christus moet met grote aandrang om vergeving worden gesmeekt.
In deze laatste jaren van het millennium moet de kerk met groter vurigheid de heilige Geest vragen om de genade van de
eenheid van de christenen. Voor het evangelisch getuigenis in de wereld is dat van doorslaggevende betekenis. Vooral na het Tweede Vaticaans Concilie zijn er met grote edelmoedigheid en inzet talrijke oecumenische initiatieven genomen; men mag wel zeggen dat heel het doen en laten van de lokale kerken en van de Heilige Stoel in de afgelopen jaren sterk oecumenisch gekleurd was. De
Pauselijke Raad voor Bevordering van de Eenheid der Christenen is een van de voornaamste centra geworden van waaruit de beweging naar volledige eenheid wordt gestimuleerd.
Maar wij weten allemaal dat het bereiken van dit doel niet alleen het resultaat kan zijn van menselijke inspanningen, hoe noodzakelijk die ook zijn.
Uiteindelijk is de eenheid een gave van heilige Geest. Van ons wordt gevraagd dat wij het schenken van die gave bevorderen, zonder ons te laten verleiden tot oppervlakkigheden of tot bepaalde reserves bij het getuigen van de waarheid. Gevraagd wordt dat we de door het Concilie gegeven richtlijnen en de daarop volgende documenten van de Heilige Stoel edelmoedig in praktijk brengen. Het zijn richtlijnen die ook door veel niet in volledige verbondenheid met de katholieke Kerk levende christenen gewaardeerd worden.
Dat is dus een van de opdrachten voor de christenen op weg naar het jaar 2000. Het naderbijkomende einde van het tweede millennium nodigt ons allen uit tot een gewetensonderzoek en tot goede oecumenische initiatieven, zodat wij bij het grote Jubileum misschien niet tot volledige eenheid zullen zijn gekomen, maar dat toch het overwinnen van de verdeeldheden uit het tweede millennium veel dichterbij zal blijken te zijn. Iedereen begrijpt dat daarvoor een grote inspanning nodig is. Men moet de dialoog over de leer voortzetten, maar zich vooral meer wijden aan het gebed om de eenheid van de christenen. Sinds het Concilie is het bidden om de eenheid intenser geworden, maar er moet met nog meer aandrang worden gebeden, en steeds meer christenen dienen aan dit gebed deel te nemen, overeenkomstig de grote bede van Christus vòòr zijn lijden: "Vader ..., mogen zij ook één zijn in ons" (Joh. 17, 21).