H. Paus Johannes Paulus II - 10 november 1994
De grote inhoudelijke rijkdom en de tot dan toe onbekende toonzetting waarin de vraagstukken door het Concilie naar voren werden gebracht, zijn als het ware de aankondiging van nieuwe tijden. De Concilievaders hebben de taal gesproken van het evangelie, van de Bergrede en van de Zaligsprekingen. In de boodschap van het Concilie wordt God getoond in zijn absolute heerschappij over alle dingen, maar ook als Degene die de waarborg is voor de waarachtige autonomie van de aardse werkelijkheid. De beste vorm van voorbereiding op het nieuwe millennium zal dus moeten zijn dat met nieuw elan de leer van Vaticanum II zo getrouw mogelijk wordt toegepast op ieders persoonlijk leven en op het leven van de gehele kerk. Met het Concilie is in de ruimste zin van het woord de onmiddellijke voorbereiding begonnen op het grote Jubileumjaar 2000. Als we naar een analogie in de liturgie zoeken, zou men kunnen zeggen dat de jaarlijks terugkerende Adventsliturgie de tijd is die de geest van Concilie het meest benadert. De Advent immers bereidt ons voor op de komst van Hem die was en die is en die komt (Openb. 4, 8).