H. Paus Paulus VI - 19 maart 1969
Het feest van vandaag nodigt ons uit over Sint Jozef na te denken, de wettige vader en voedstervader van Jezus, onze Heer. Omwille van de functie die hij ten aanzien van Christus gedurende diens kindertijd en jeugd heeft uitgeoefend, is hij tot beschermer uitgeroepen van de Kerk, die vanuit Christus verdergaat in de tijd en in de geschiedenis het beeld en de zending van Christus tot uitdrukking brengt.
Het is een beschouwing waarvoor op het eerste zicht geen inhoud lijkt te bestaan: wat weten wij van Sint Jozef, behalve zijn naam en enkele gebeurtenissen uit de kinderjaren van de Heer? Het Evangelie heeft geen enkel woord van hem opgetekend; zijn taal is de taal van de stilte, het is het luisteren naar de stemmen van de engelen die tot hem praten in de droom, de onmiddellijke en vrijgevige gehoorzaamheid die van hem gevraagd wordt, de handenarbeid op de meest bescheiden en vermoeiende wijze en waardoor Jezus kon genoemd worden “zoon van de timmerman” (Mt. 13, 55) en niets anders. Men zou zeggen dat zijn leven in duisternis gehuld was, het leven van een eenvoudige handwerkman, zonder enige persoonlijke grootheid.
Indien we aandachtig dit bescheiden leven beschouwen dan zal er ons iemand verschijnen wiens leven veel avontuurlijker is dan wat het magere profiel van hem zoals die verschijnt in het Evangelie ons te bieden heeft wanneer wij met een al te overhaastige blik ernaar kijken. Het Evangelie noemt Sint Jozef ‘rechtvaardig’ (Mt. 1, 19). Een deugdzamere en meer verdiende lofprijzing zou niet kunnen gegeven worden aan een man met zulk een bescheiden sociale status, een man aan wie het duidelijk niet besteed was grootse daden te stellen. Een arme, eerlijke, hardwerkende, misschien ook timide man maar iemand die een onpeilbaar diep innerlijk leven heeft van waaruit hem de meest uitzonderlijke steunbetuigingen te beurt vallen en van waaruit hij de kracht haalt – iets wat eigen is aan eenvoudige en heldere zielen- om grote beslissingen te nemen. Hij stelt namelijk zijn vrijheid en zijn gewettigde menselijke roeping onmiddellijk ter beschikking aan wat het goddelijk plan bepaald heeft; zo ook zijn huwelijksgeluk: hij aanvaardt de omstandigheden, de verantwoordelijkheid en het gewicht van het gezin en hij verzaakt door middel van een onvergelijkbare maagdelijke liefde aan de natuurlijke huwelijksliefde die het gezin constitueert en voedt om op deze wijze, met een algeheel offer, zijn gehele bestaan op te offeren aan de onpeilbare aanspraken die de verrassende komst van de Messias met zich meebrengen en aan wie hij de altijd heilige naam ‘Jezus’ zal geven (Mt. 1, 21) en die hij zal erkennen als vrucht van de Heilige Geest en enkel wat betreft de juridische en huiselijke aspecten als zijn zoon.
Sint Jozef was daarom een man die “helemaal begaan was” –zoals men nu zegt- met Maria, de uitverkozene onder alle vrouwen van de aarde en van de geschiedenis, Zij die altijd zijn maagdelijke bruid was maar nooit fysiek zijn echtgenote, en met Jezus, krachtens de wettelijke, maar niet krachtens de natuurlijke afstamming zijn kind. Aan hem behoren de lasten, de verantwoordelijkheden, de risico’s en de zorgen van het kleine en bijzondere heilig huisgezin. Aan hem behoren de dienst, het werk, het offer. Dit is wat wij in het halfdonker van het beeld dat het Evangelie ons schetst, zien en wat wij graag beschouwen en nu, nu wij alles kennen, noemen wij hem met recht gelukkig en zalig.Sint Jozef is het type van het evangelie dat Jezus, nadat hij de kleine werkplaats te Nazareth verlaten heeft en zijn zending als profeet en leraar begonnen is, zal verkondigen als programma voor de verlossing van de mensheid. Sint Jozef is het model van die nederigen die het christendom opheft tot grootse bestemmingen en hij is het bewijs dat om goede en echte volgelingen van Christus te zijn “grootste dingen” niet nodig zijn; maar het is genoeg om eenvoudige, menselijke, algemene maar echte en authentieke deugden te bezitten.
Laten we terugdenken aan de arme en hardwerkende Sint Jozef, iemand die helemaal begaan was met het verdienen van iets om van te leven en laat ons dan in herinnering brengen dat de economische goederen inderdaad waard zijn om als christen in geïnteresseerd te zijn, op voorwaarde echter dat ze geen doelen op zich worden maar middelen om het leven te onderhouden, het leven dat gericht is op andere en hogere goederen; op voorwaarde ook dat de economische goederen niet vanuit een hebzuchtig egoïsme nagestreefd worden maar wel een middel en bron zijn voor liefde; op voorwaarde ook dat de economische goederen niet gebruikt worden om zichzelf te ontslaan van de last van het persoonlijke werk en om voor zichzelf een gemakkelijk genieten van de zogenaamde geneugten van het leven te rechtvaardigen maar daarentegen gebruikt worden voor de eerlijke en algemene noden van het algemeen welzijn.
De hardwerkende en waardige armoede van deze evangelische Heilige kan ook voor ons nog een uitstekende gids zijn om in deze moderne wereld de voetsporen van Christus te volgen. Tevens kan het ons leren over een positief en eerlijk goed leven zodat wij het pad van Christus niet verliezen in deze ingewikkelde en onrustige wereld van de economie, om te vermijden dat we enerzijds te ver gaan in de ambitieuze en verleidende zoektocht naar tijdelijke rijkdommen maar anderzijds ook niet armoede gebruiken voor ideologische doeleinden, nl. als een kracht om sociale haat en systematische subversie op te wekken.
De Kerk roept hem ook aan als Haar beschermer vanwege een intens en zeer aanwezig verlangen om aloude leven van de Kerk opnieuw te versterken met echte, evangelische deugden zoals deze in Sint Jozef tevoorschijn komen.
Tot slot wilt de Kerk hem als beschermer aanroepen vanwege het onaantastbare vertrouwen dat hij, aan wie Christus de bescherming van zijn kwetsbare menselijke kinderjaren heeft willen toevertrouwen, vanuit de Hemel zijn beschermende zending tot leiding en verdediging van het mystieke Lichaam van dezelfde Christus dat altijd zwak is, altijd aangevallen wordt en altijd in een dramatische toestand van gevaar is, zal verderzetten.