H. Paus Johannes Paulus II - 21 juni 2002
In het inzicht omtrent het goede vindt men tevens de oplossing voor het mysterie van het kwaad. Thomas heeft een heel werk gewijd aan de reflectie over God en het is in deze context dat hij de 16 kwesties over kwade H. Thomas van Aquino
Questiones disputatae de malo () behandelt. In navolging van Augustinus, vraag hij zich af: “Unde malum, unde hoc monstrum?” (Vanwaar het kwade, vanwaar dit gedrocht?) In het beroemde artikel van de H. Thomas van Aquino
Summa Theologiae () over de vijf wegen waarlangs het menselijke verstand het bestaan van God bereikt, erkent hij als ernstig obstakel voor deze weg de werkelijkheid van het kwaad in de wereld Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I q. 1, 2, ob. 3.
Velen in onze tijd vragen zich af: Waarom laat God, indien Hij bestaat, het kwade toe? Het is dus nodig te doen inzien dat het kwaad een beroving is van het vereiste goede en dat de zonde een afkering is vanwege de mens van God, bron van alle goed.
Een antropologisch probleem dat zo centraal is voor de cultuur van vandaag, vindt enkel een oplossing in het licht van datgene wat wij kunnen definiëren als ‘meta-antropologie’. Het betreft hier het inzicht in het menselijk zijn als een zijn dat bewust en vrij is, homo viator, dat tezelfdertijd is en wordt. In hem verzoenen zich de diversiteit: het éne en het vele, lichaam en ziel, man en vrouw, persoon en gezin, individu en gemeenschap, natuur en geschiedenis.
Vanuit het Vaticaan, 21 juni 2002
Paus Johannes Paulus II