H. Paus Johannes Paulus II - 15 december 2003
Met betrekking tot immigranten en vluchtelingen betekent het creëren van voorwaarden voor vrede in de praktijk dat men zich serieus inzet om in de eerste plaats het recht te waarborgen om niet te emigreren, dat wil zeggen het recht om in vrede en waardigheid in eigen land te leven. Door middel van vooruitziend plaatselijk en nationaal bestuur, een eerlijker handel en ondersteunende internationale samenwerking is het voor ieder land mogelijk om het eigen volk, naast vrijheid van meningsuiting en beweging, de mogelijkheid te garanderen om te voorzien in basisbehoeften als voedsel, medische zorg, werk, woonruimte en onderwijs. De frustratie van deze behoeften dwingt velen in een positie waarin geen andere mogelijkheid rest dan te emigreren.
Maar het recht om te emigreren bestaat evengoed. Dit recht is, zoals Johannes XXIII in de Encycliek H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Mater et Magistra
Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen
(15 mei 1961) schrijft, gebaseerd op de universele bestemming van de rijkdommen van deze wereld. Het is uiteraard de taak van de regeringen om de instroom van migranten te reguleren met volledig respect voor de waardigheid van deze mensen en de noden van hun families, terwijl men ook denkt aan de behoeften van de ontvangende samenleving. Er bestaan in dit opzicht al internationale afspraken ter bescherming van zogeheten emigranten, evenals van vluchtelingen die in een ander land politiek asiel aanvragen. Er is altijd ruimte om die afspraken te verbeteren.
Vertaling: drs. P.C. de Die