DE NIEUWE BETEKENIS VAN HET LICHAAM66e catechese in de reeks: Theologie van het Lichaam
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Audiëntie)
H. Paus Johannes Paulus II -
2 december 1981
'Wanneer de mensen uit de doden opstaan, huwen zij niet en worden niet ten huwelijk gegeven' (
Mc. 12, 25).
Deze woorden die een
sleutelbetekenis hebben voor de theologie van het lichaam, sprak Christus uit na in zijn gesprek met de sadduceeën te hebben verklaard, dat de verrijzenis overeenkomt met de macht van de levende God. Alle drie synoptische Evangeliën vermelden dezelfde uiteenzetting, alleen dat de lezing van Lucas in enige bijzonderheden verschilt van die van Matteüs en Marcus. Wezenlijk is voor allen de vaststelling dat bij de toekomstige verrijzenis de mensen, na hun lichamen te hebben teruggekregen in de volheid van de eigen volmaaktheid als beelden gelijkenis van God - na ze te hebben teruggekregen in hun mannelijkheid en vrouwelijkheid - 'niet huwen en niet ten huwelijk worden gegeven'. Lucas drukt in hoofdstuk 20, 34-35 hetzelfde denkbeeld uit met de volgende woorden: 'De kinderen van deze wereld huwen en worden ten huwelijk gegeven, maar die waardig zijn gekeurd deel te krijgen aan de andere wereld en aan de verrijzenis uit de doden, huwen niet en worden niet ten huwelijk gegeven'. (
Lc. 20, 34-35)
© 1981, Archief van Kerken, jrg. 14, p. 272-275