
H. Paus Johannes Paulus II - 30 oktober 1996
In het bijzonder begroet ik Fiorenzo Kardinal Angelini, die ik voor de hartelijke woorden dank, die hij tot mij gericht heeft. Hem en al zijn medewerkers gelden mijn woorden van bijzondere waardering voor het engagement bij de voorbereiding van dit symposium, waar specialisten vanuit de gehele wereld bij elkaar zijn gekomen.
Het gaat om een engagement dat verwerkelijkt moet worden door wetenschap en geloof, door medische zorg en zielzorg, door professionele competentie en loyale broederlijkheid gemeenschappelijk met de investeringen van gepaste menselijke, wetenschappelijke en sociaalwetenschappelijke bronnen.
Wanneer God zijn blik op de mens richt, is het eerste dat Hij aan hem ziet en waarvan Hij houdt, niet de door mensen verrichtte werkzaamheden, maar het beeld van Zichzelf; dit beeld geeft de mens de mogelijkheid de eigen Schepper te kennen en lief te hebben, alle aardse zaken aan hem te onderwerpen en te gebruiken om eer te brengen aan God. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 12 Dat is de reden waarom de Kerk van alle mensen de gelijkwaardigheid erkent en wel zonder reserves ten aanzien van de omstandigheden waarin die mens verkeert. Daarbij blijft buiten beschouwing of de mens intellectueel in staat is om de Schepper te erkennen en lief te hebben, alle aardse schepselen tot onderdaad te maken en er zich ter ere Gods van te bedienen.
Maar er zit - godzijdank - ook een andere kant aan de medaille. Dat heb ik in de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Evangelium Vitae
Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven
(25 maart 1995) al onderstreept toen ik 'aan al die dagelijkse gebaren van acceptatie, offerbereidheid en onzelfzuchtige zorg' herinnerde 'die een onschatbaar aantal mensen liefdevol opbrengt in de gezinnen, de ziekenhuizen, in de weeshuizen, in de bejaardenoorden en in andere centra en gemeenschappen'.{{Nr. 27}} Desondanks mogen we de ogen niet sluiten voor de houding van velen die de waardigheid van de mens loochenen en hun onvervreemdbare rechten met voeten treden.
Geachte dames en heren, ik heb aan deze belangrijke en troostende waarheid herinnert, zeker wetend dat ik tot mensen spreek die precies weten, waar het om gaat. Graag neem ik de gelegenheid te baat om u allen mijn waardering uit te spreken voor de kostbare arbeid en ook om u te bemoedigen uw dienst voort te zetten, dat zo'n hoge humanitaire betekenis heeft.
De Heer moge uw therapeutische inzet zegenen en bekronen met resultaten, die uw patienten sterken, die ik gaarne mijn innigste wensen tot genezing overbreng. Moge u weten dat u verzekert bent van mijn gebed.