
H. Paus Johannes Paulus II - 8 december 1999
Het is nu meer dan ooit dringend noodzakelijk om een besef van universele morele waarden te kweken, om de problemen van deze tijd, die stuk voor stuk een steeds meer wereldomvattend karakter krijgen, het hoofd te kunnen bieden. De bevordering van vrede en mensenrechten, het vinden van oplossingen voor zowel nationale als internationale gewapende conflicten, de bescherming van etnische minderheden en immigranten, het behoud van het milieu, het gevecht tegen verschrikkelijke ziekten en de strijd tegen drugs, drugshandel en politieke en economische corruptie: het zijn allemaal problemen die geen enkel land meer alleen kan oplossen. Ze betreffen de gehele menselijke gemeenschap en moeten dus ook gemeenschappelijk worden bezien en opgelost.
Er moet een manier worden gevonden waarop de problemen ten aanzien van de toekomst van de mensheid in gewone, begrijpelijke taal kunnen worden besproken. De basis voor zo'n dialoog vormt de universele morele wet die in ieder mensenhart geschreven staat. Door deze 'grammatica' van de geest te volgen, kan de menselijke gemeenschap de problematiek van de coëxistentie het hoofd bieden en op weg gaan naar een toekomst waarin respect is voor Gods plan. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, De mensheid heeft moed nodig voor de toekomst, Voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de wereldorganisatie (5 okt 1995), 3
De ontmoeting van geloof en rede, godsdienst en moraal kan een beslissende impuls geven aan de dialoog en samenwerking tussen verschillende volkeren, culturen en godsdiensten.