H. Paus Johannes Paulus II - 2 juli 2000
Geliefde broeders en zusters!
Afgelopen vrijdag red.: d.i. de derde vrijdag na Pinksteren 2000 vierden wij de plechtigheid van het Heilig Hart van Jezus, het Hart dat tweeduizend jaar geleden begon te kloppen in de schoot van de gezegende Maagd Maria, die het vuur van Gods liefde in de wereld bracht.
Dit Hart van Christus bevat een boodschap voor ons allen. Het spreekt ook tot de hedendaagse wereld. In een maatschappij waar techniek en informatiewetenschappen zich met grote schreden ontwikkelen en waar we ten prooi vallen aan duizenden, vaak tegenstrijdige belangen, riskeren we onze kern te verliezen, de kern van onszelf. Door Zijn Hart aan ons te tonen herinnert Jezus ons boven alles dat Hij hier is, in het innerlijk van de persoon, waar de bestemming van ieder van ons ligt besloten, dood of leven in de breedste zin. Hijzelf geeft ons leven in overvloed, Hij maakt het mogelijk om ons hart, die tot nu toe verhard was door onverschilligheid en egoïsme, te openen voor een verhevener vorm van liefde.
Het Hart van de Gekruisigde en Verrezen Christus is de onuitputtelijke bron van genade die iedere persoon altijd kan bereiken: liefde, waarheid, barmhartigheid, speciaal gedurende dit jaar van het Grote Jubileum.
Hoeveel bloed is onrechtvaardig verspild in de wereld! Hoeveel geweld , hoeveel minachting voor het menselijk leven!
Deze mensheid, die zo vaak verwond is door haat en geweld, heeft meer dan ooit behoefte aan de ervaringen van de werkzaamheid van het verlossende Bloed van Christus.
Dat Bloed werd niet tevergeefs vergoten en draagt in zichzelf de kracht van de liefde van God en is een onderpand van hoop, redding en verzoening. Om deze bron te bereiken is het echter wel noodzakelijk zich tot het Kruis van Christus te wenden, te kijken naar de Zoon van God, naar dat doorboorde Hart, naar dat verspilde Bloed.