Joseph Kardinaal Ratzinger - 30 juni 2000
"in het Oosten meerdere afzonderlijke of plaatselijke kerken bestaan, waaronder de patriarchale kerken de eerste plaats innemen, waarvan vele zich erop beroemen, dat hun ontstaan teruggaat op de apostelen zelf. Daarom hebben de Oosterse Christenen er een bijzondere zorg voor gehad, en zij hebben die nog, om de nauwe betrekkingen in de gemeenschap van geloof en liefde die tussen de plaatselijke kerken als tussen zusters moeten bestaan te bewaren." 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 14