AD LIMINA-BEZOEK NEDERLANDSE BISSCHOPPEN 1998 - AFSLUITING
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Toespraak)
H. Paus Johannes Paulus II -
18 juni 1998
Ik zou ook willen herinneren aan de belangrijke rol van de priester in de catechese en in het geloofsonderricht gedurende alle levensfasen van de gelovigen en in hun ontdekking van de sacramenten; men moet een dynamische jeugdpastoraal organiseren. Het leiden van kinderen en jongeren op hun weg naar de Heer is een zending van groot belang, dat hun toekomst als mens en als christen in gang zet. De plaatselijke christelijke gemeenschap wordt gebouwd op het geloofsonderricht. Het is derhalve van belang dat priesters, die door hun theologische en pastorale competentie in het bijzonder geschikt zijn voor dit wezenlijke aspect van de zending van de Kerk, de catechisten steunen en met hen samenwerken. Het komt u toe om te streven naar de uitwerking van nieuwe serieuze catechetische methodes, met grote pedagogische zorg en met een bijzondere aandacht voor de specifieke cultuur van uw land, om aan de priesters en de leken de instrumenten aan te reiken waaraan zij behoefte hebben, en de noodzakelijke handleidingen voor een onderricht dat trouw is aan het geloof van de Kerk. De
Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) verschaft daarvoor de leerstellige normen als referentie. Ik spoor daarom de priesters en de leken aan om zich op een hernieuwde wijze in te zetten voor deze dienst aan de jeugd, om hen in staat te stellen de persoon van Christus te ontmoeten. Zij zullen ontdekken wat de Heer bewerkt in het hart van de kinderen, terwijl zij het zaad van eeuwig leven zaaien dat een leven lang aanwezig blijft. Om de overtuiging levend te houden dat hun aandeel wezenlijk is, mogen de opvoeders in verband hiermee zich het adagium van Kardinaal John Henry Newman herinneren wat duidelijk maakt wat in zijn kindertijd een indruk op hem heeft nagelaten: "De aanwezigheid van God merken wij niet op op het moment dat zij bij ons is; pas naderhand, als wij achteruit kijken, naar datgene wat voorgoed voorbij is".
H. John Henry Kardinaal Newman, Parochial and plain Sermons. IV,17