H. Paus Johannes Paulus II - 4 maart 1979
REDEMPTOR HOMINIS De Verlosser van de mensen |
|||
► | HET MYSTERIE VAN DE VERLOSSING | ||
► | Menselijke dimensie van het Verlossingsmysterie |
De mens kan niet leven zonder liefde. Hij krijgt nooit inzicht in zichzelf, en zijn leven is zinloos als hem de liefde niet geopenbaard wordt, als hij de liefde niet ontmoet, als hij haar niet ondervindt en zich eigen maakt, als hij er niet levendig deel aan heeft. Daarom precies openbaart Christus, de Verlosser, de mens ten volle aan de mens zelf, zoals al gezegd. Dat is - als men het zo mag uitdrukken - de menselijke dimensie van het Verlossingsmysterie. In deze dimensie vindt de mens de grootheid, de waardigheid en de eigenlijke waarde van zijn mens-zijn. In het mysterie van de Verlossing wordt de mens opnieuw "bevestigd" en in zekere zin herschapen. Hij wordt opnieuw geschapen! "Er is geen jood of heiden meer, er is geen slaaf of vrije, er is geen man en vrouw: allen tezamen zijt gij één persoon in Christus Jezus" (Gal. 3, 28). Wie zichzelf ten diepste wil begrijpen mag daartoe geen genoegen nemen met de eerste de beste onvolledige, dikwijls oppervlakkige en zelfs louter schijnbare criteria en maatstaven van het eigen zijn; maar met zijn angst en onzekerheid, ook met zijn zwakheid en zondigheid, met zijn leven en zijn dood moet hij naar Christus gaan. Hij moet met heel zijn wezen als het ware in Christus binnentreden. Om zichzelf te vinden moet de mens zich de hele werkelijkheid van de Menswording en Verlossing "eigen maken" en ze in zich opnemen. Wanneer hij dat innerlijk proces diep aan zich laat voltrekken, brengt het niet alleen een aanbiddende liefde tot God teweeg, maar tevens diepe verwondering over zichzelf. Hoe waardevol moet de mens wel zijn voor de Schepper als hij "zulk een grote Verlosser" heeft verdiend, en als "God zijn Zoon heeft gegeven", opdat de mens "niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben".
Onze liefdevolle bewondering voor de waarde en de waardigheid van de mens wordt wezenlijk uitgedrukt in het woord "Evangelie", dat "Blijde Boodschap" betekent. Zij is ook eigen aan het Christendom. Deze bewondering rechtvaardigt de zending van de Kerk in de wereld; ook, en wellicht vooral "in de wereld van vandaag". Deze bewondering, die tegelijk overtuiging en zekerheid is, een zekerheid die fundamenteel een geloofszekerheid is en die op een onzichtbare, geheime wijze onophoudelijk alle aspecten van het ware humanisme bezielt, deze is nauw verbonden met Christus. Zij bepaalt ook de plaats van Christus en, bij wijze van spreken, zijn burgerrecht in de geschiedenis van de mens en van de mensheid. De Kerk, die voortdurend het hele mysterie van Christus beschouwt, weet met volle geloofszekerheid dat de verlossing, die werd verwezenlijkt door het kruis, aan de mens voorgoed zijn waardigheid en de zin van zijn bestaan in de wereld heeft terug geschonken, die hij grotendeels verloren had door de zonde. Daarom heeft de verlossing zich voltrokken in het Paasmysterie, dat door het kruis en de dood heen naar de verrijzenis voert. Altijd, en bijzonder nu, is het de fundamentele plicht van de Kerk, de blik van de mens, het bewustzijn en de ervaring van de hele mensheid te leiden en te richten naar het mysterie van Christus. De Kerk moet de mensen helpen vertrouwd worden met de diepste zin van de verlossing die in Christus Jezus wordt verwezenlijkt. Daarbij raakt men tegelijk de kern van de mens, namelijk: zijn hart, zijn geweten en zijn leven.