Mgr. Jozef M. Punt, Bisschop van Haarlem-Amsterdam - 31 mei 2002
In antwoord op vragen betreffende de verschijningen van de Vrouwe van alle Volkeren.
Als Bisschop van Haarlem is mij gevraagd mij uit te spreken over de authenticiteit van de verschijningen van Maria als Vrouwe van alle Volkeren te Amsterdam in de jaren 1945 - 1959. Vele gelovigen en bisschoppen hebben gewezen op de dringendheid om hierin helderheid te verschaffen. Ook ik ben mij ervan bewust dat de ontwikkeling van de devotie gedurende meer dan vijftig jaar hierom vraagt.
Zoals bekend hebben mijn voorganger, Mgr. H. Bomers, en ikzelf in 1996 de publieke verering vrijgegeven. T.a.v. het bovennatuurlijk karakter van de verschijningen en de inhoud van de boodschappen spraken wij geen oordeel uit, maar verklaarden dat "het eenieder vrij staat zich hierover naar eigen geweten een oordeel te vormen". Vanuit een positieve grondhouding m.b.t. de authenticiteit kozen wij ervoor om de verdere ontwikkelingen af te wachten en de geest verder te beproeven Vgl. 1 Tess. 5, 19-21 .
Inmiddels zijn weer zes jaar verstreken. Ik constateer dat de devotie een plaats verworven heeft in het geloofsleven van miljoenen mensen overal ter wereld en gesteund wordt door vele bisschoppen. Ook worden mij ervaringen gemeld van bekering en verzoening, alsook van genezing en bijzondere bescherming. In volle erkenning van de verantwoordelijkheid van de H. Stoel heeft primair de lokale bisschop de taak zich in geweten uit te spreken over de authenticiteit van private openbaringen die in zijn diocees plaatsvinden of plaatsgevonden hebben.
Daartoe heb ik nogmaals advies gevraagd aan enkele theologen en psychologen m.b.t. eerdere onderzoeksresultaten en de daarin opgeworpen vragen en objecties. Deze adviezen geven aan dat daarin geen fundamentele theologische of psychologische impedimenten voor de vaststelling van bovennatuurlijke authenticiteit vervat zijn. Ook heb ik t.a.v. de vruchten en verdere ontwikkeling het oordeel gevraagd van een aantal collega-bisschoppen, die in hun diocees een sterke verering kennen van Maria als Moeder en Vrouwe van alle Volkeren. Als ik al deze adviezen, getuigenissen en ontwikkelingen overzie en dit alles in gebed en theologische reflectie overweeg, dan brengt dat mij tot de vaststelling dat in de verschijningen van Amsterdam een bovennatuurlijke oorsprong gegeven is.
Uiteraard blijft de invloed van de menselijke factor bestaan. Ook authentieke beelden en visioenen gaan -in de woorden van Joseph kardinaal Ratzinger, Prefect van de Congregatie van de Geloofsleer- altijd "door het filter van onze zinnen die een vertaalwerk uitvoeren ..." en "... worden beïnvloed door de mogelijkheden en beperkingen van het ontvangend subject.". Congregatie voor de Geloofsleer, Theologisch commentaar op de Verschijningen van Fatima (13 mei 2000), 8
Anders dan de Heilige Schrift is de private openbaring dan ook nooit bindend voor het geweten van de gelovige. Het is te zien als een hulpmiddel om de tekenen van de tijd te verstaan en het evangelie in z'n actualiteit voller te beleven. Vgl. Lc. 12, 56 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 67 En de tekenen van onze tijd zijn dramatisch. De devotie tot de Vrouwe van alle Volkeren kan ons, naar mijn oprechte overtuiging, helpen de juiste weg in de dramatiek van onze tijd te vinden, de weg naar een nieuwe bijzondere komst van de Heilige Geest, Die alleen de grote wonden van onze tijd kan helen.
Om de verdere ontwikkeling van de devotie te volgen en tot een verdiept inzicht in de betekenis te komen, heb ik een begeleidingscommissie benoemd. Haar taak zal het zijn om alle initiatieven, ervaringen en getuigenissen te documenteren, ze te beoordelen, en een correcte kerkelijke en theologische voortgang van de devotie te bevorderen.
Ik hoop hiermee voldoende informatie en duidelijkheid te hebben gegeven.
Haarlem, 31 mei 2002Mgr. J. Punt