Verder moet er bijzondere waarde worden gehecht aan het algemeen welzijn. Van iemand houden betekent zijn welzijn voor ogen hebben en zich daar effectief voor inzetten. Naast het individuele welzijn is er het welzijn dat verbonden is met de mensen in de samenleving: het algemeen welzijn. Dat is het welzijn van “wij allemaal”, opgebouwd uit individuen, gezinnen en kleinere groepen, die zich verenigen tot een sociale gemeenschap.
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 26 Het is geen welzijn dat voor zichzelf wordt gezocht, maar voor de mensen die behoren tot de sociale gemeenschap en alleen daarin werkelijk en effectief hun welzijn kunnen vinden. Het
algemeen welzijn wensen en zich daarvoor inzetten
is een vereiste van gerechtigheid en liefde. Zich inzetten voor het algemeen welzijn betekent het geheel van de instellingen die structuur geven aan het sociale leven, op juridisch, burgerlijk, politiek en cultureel gebied, enerzijds beschermen en anderzijds zich daarvan bedienen, zodat op die manier de
Polis, de stad, vorm krijgt. De naastenliefde is des te doeltreffender, naarmate men zich meer inzet voor een algemeen goed, dat iemand ook daadwerkelijk nodig heeft. Iedere Christen is geroepen tot deze naastenliefde, op de wijze van zijn roeping en naar zijn invloed in de
Polis. Dat is de institutionele – we kunnen ook zeggen de politieke – weg van de naastenliefde, die niet minder deugdelijk en effectief is dan de liefde die de naaste rechtstreeks ontmoet, buiten de bemiddeling van de
Polis om. Als de inzet voor het algemeen welzijn door de liefde bezield is, heeft die een hogere waarde dan alleen wereldlijke, politieke inzet. Zoals iedere inzet voor gerechtigheid behoort ook deze tot dat getuigenis van de goddelijke liefde dat, hoewel het werkt in de tijd, de eeuwigheid voorbereidt. Als het handelen van de mens op aarde door de liefde geïnspireerd en ondersteund wordt, draagt het bij tot de opbouw van de universele
Stad van God, waar de geschiedenis van de familie van de mensheid naartoe op weg is. In een samenleving op weg naar globalisering moet het algemeen welzijn en de inzet daarvoor zonder meer de dimensies van de gehele familie van de mensheid, dat wil zeggen de gemeenschap van de volkeren en de naties,
Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 132-135 aanvaarden, zodat zij de “
stad van de mensen” vormen in eenheid en vrede en deze tot op zekere hoogte maken tot een voorafbeelding van de onbegrensde stad van God.