Paus Benedictus XVI - 29 juni 2009
De ontwikkelingssamenwerking mag zich niet alleen bezighouden met de economische dimensie, doch moet tevens een goede gelegenheid worden tot culturele en menselijke ontmoeting. Als de meewerkende partijen in de economisch ontwikkelde landen geen rekening houden met de eigen en de vreemde culturele en op menselijke waarden gebaseerde identiteit – hetgeen soms gebeurt – kunnen ze geen diepgaande dialoog met de burgers van de arme landen aangaan. Als de laatstgenoemden, op hun beurt, zich onverschillig en zonder onderscheid te maken openstellen voor ieder cultureel aanbod, zijn ze niet in staat de verantwoordelijkheid voor hun echte ontwikkeling op zich te nemen. Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 10.41 De technologisch geavanceerde samenlevingen mogen hun eigen technologische ontwikkeling niet verwarren met een vermeende culturele superioriteit, doch moeten bij zichzelf soms vergeten deugden herontdekken, waardoor ze in de loop van de geschiedenis tot bloei zijn gekomen. Zich ontwikkelende samenlevingen moeten trouw blijven aan wat in hun tradities aan waarachtig menselijks voorhanden is en vermijden dat zij automatisch overspoeld worden door de mechanismen van de geglobaliseerde technologische beschaving. In alle culturen zijn er bijzondere en veelsoortige ethische overeenkomsten, die een uitdrukking zijn van dezelfde, door de Schepper gewilde natuur, hetgeen door de ethische wijsheid van de mensheid natuurwet genoemd wordt. Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Tot de leden van de Internationale Theologische Commissie (5 okt 2007) Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Tot de deelnemers aan het door de Pauselijke Universiteit van Lateranen georganiseerde internationale congres over de "natuurwet" (12 feb 2007) Zo’n universele morele wet is de vaste grondslag voor iedere culturele, religieuze en politieke dialoog en stelt het veelsoortige pluralisme van de verschillende culturen in staat zich niet los te maken van de gemeenschappelijke zoektocht naar het ware en het goede, en naar God. Instemming met deze, in het hart gegrifte, wet is daarom de voorwaarde voor iedere constructieve sociale samenwerking. In alle culturen zijn er lasten waarvan men zich moet bevrijden en schaduwen waaraan men zich onttrekken moet. Het christelijk geloof, dat vorm aanneemt in de culturen en ze tegelijkertijd overstijgt, kan deze helpen te groeien in universele gemeenschap en solidariteit, ten gunste van de gemeenschappelijke wereldwijde ontwikkeling.