Paus Benedictus XVI - 29 juni 2009
“De feitelijke solidariteit van alle mensen brengt voor ons niet alleen voordelen mee, maar legt ons ook verplichtingen op”. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 17 Veel mensen matigen zich tegenwoordig aan dat ze niemand iets verschuldigd zijn, behalve zichzelf. Ze denken dat ze alleen rechten hebben en hebben het er dikwijls erg moeilijk mee een verantwoordelijkheid voor hun eigen en de integrale ontwikkeling van anderen te laten rijpen. Daarom is het belangrijk een nieuwe overdenking op gang te brengen over het feit dat rechten plichten vooronderstellen, willen de rechten niet tot willekeur vervallen. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Boodschap, Wereldvredesdag 2003, 'Pacem in terris' - een permanente opdracht (8 dec 2002), 5 Wij beleven vandaag de dag een beklemmende tegenstrijdigheid. Terwijl men van de ene kant aanspraak maakt op vermeende rechten, die willekeurig en genotzuchtig van aard zijn, onder het voorwendsel dat ze door overheidsstructuren worden erkend en bevorderd, worden van de andere kant de elementaire grondrechten van een groot deel van de mensheid ontkend en geschonden. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Boodschap, Wereldvredesdag 2003, 'Pacem in terris' - een permanente opdracht (8 dec 2002), 5 Vaak kan samenhang worden vastgesteld tussen de aanspraak op het recht op overvloed, en zelfs op overtreding en ondeugd, in de welvarende samenlevingen, en het gebrek aan voedsel, drinkwater, onderwijs of medische basiszorg in sommige onderontwikkelde delen van de wereld, zoals aan de rand van grote wereldsteden. De samenhang bestaat daaruit dat de individuele rechten, als die van een zingevend kader van plichten worden losgemaakt, krankzinnig worden en leiden tot een praktisch grenzeloze en alle criteria ontberende spiraal van eisen. De overdrijving van rechten mondt uit in het verzuim van plichten. Plichten beperken de rechten, omdat ze wijzen op het antropologisch en ethisch kader, in de waarheid waarvan ook de rechten moeten worden ingevoegd, om niet tot willekeur te worden. De plichten versterken derhalve de rechten en bieden de verdediging en de bevordering daarvan aan als opgave in dienst van het goede. Als daarentegen de rechten van de mens alleen gebaseerd zijn op de beslissingen van een vergadering van burgers, kunnen die op ieder moment veranderd worden, en daarom verzwakt in het algemeen bewustzijn de plicht om ze te eerbiedigen en te onderhouden. De regeringen en de internationale instellingen kunnen dan de objectiviteit en de “autonomie” van de rechten buiten beschouwing laten. Als dat gebeurt, is de echte ontwikkeling van de volken in gevaar. Vgl. Paus Benedictus XVI, Boodschap, Boodschap voor Wereldvrededag, 1 januari 2007, De menselijke persoon - hart van de vrede (8 dec 2006), 13 Een dergelijke mentaliteit brengt het aanzien van internationale organisaties in diskrediet, in het bijzonder in de ogen van die landen die het meest behoefte aan ontwikkeling hebben. Die eisen namelijk dat de internationale gemeenschap de plicht op zich neemt hen te helpen “bouwmeesters van hun eigen lot” H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 65 te zijn, dat wil zeggen ook zelf plichten op zich te nemen. Het delen van wederzijdse plichten zet veel sterker aan tot actie dan het alleen maar aanspraak maken op rechten.