De publicatie van
H. Paus Paulus VI - Encycliek
Populorum Progressio
Over de ontwikkeling van de volken
(26 maart 1967) vond plaats onmiddellijk na de afsluiting van het
Tweede Vaticaans Concilie. De Encycliek zelf verwijst in de eerste alinea’s naar de nauwe band met het Concilie.
Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 3-5 Paus Johannes Paulus II onderstreepte twintig jaar later in
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Sollicitudo Rei Socialis
De ontwikkeling van de mens en de samenlevingTwintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI
(30 december 1987) van zijn kant de vruchtbare band van deze Encycliek met het Concilie, in het bijzonder met de Pastorale Constitutie
2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965).
Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De ontwikkeling van de mens en de samenleving
Twintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI, Sollicitudo Rei Socialis (30 dec 1987), 6-7 Ook ik wil hier herinneren aan de betekenis van het
Tweede Vaticaans Concilie voor de Encycliek van Paus Paulus VI en voor het gehele volgende leergezag van de pausen met betrekking tot sociale vraagstukken. Het Concilie verdiepte wat van oudsher tot de waarheid van het geloof behoort, namelijk dat de Kerk, omdat zij in dienst van God staat, met betrekking tot liefde en waarheid in dienst van de wereld staat. Juist van deze visie ging Paus Paulus VI uit, om ons twee grote waarheden over te brengen. De eerste is dat
de gehele Kerk, als zij verkondigt, als zij Eucharistie viert en als zij in liefde handelt, erop gericht is de integrale ontwikkeling van de mens te bevorderen. Zij heeft een publieke rol, die zich niet beperkt tot haar inzet voor zorg en onderwijs, doch al haar bijzondere krachten in dienst van het vooruit helpen van de mens en de wereldwijde broederschap toont, als zij in vrijheid kan opereren. In niet weinig gevallen wordt die vrijheid belemmerd door verboden en vervolgingen of ook ingeperkt als de officiële aanwezigheid van de Kerk wordt gelimiteerd tot slechts haar liefdadige activiteiten. De tweede waarheid is dat de
ware ontwikkeling van de mens de gehele persoon in al zijn dimensies betreft.
Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 14 Zonder uitzicht op een eeuwig leven ontbeert de menselijke vooruitgang in deze wereld het uiteindelijke perspectief. Als de vooruitgang opgesloten blijft binnen de geschiedenis, loopt die het gevaar beperkt te worden tot een toename van bezit; zo verliest de mensheid de moed open te staan voor een hoger goed, voor grote en onbaatzuchtige initiatieven, waartoe de universele naastenliefde aanspoort. De mens ontwikkelt zich niet alleen op eigen kracht en de ontwikkeling kan hem ook niet eenvoudigweg van buitenaf gegeven worden. In de loop van de geschiedenis heeft men dikwijls gedacht dat het scheppen van instellingen genoeg zou zijn om de mensheid de vervulling van het recht op ontwikkeling te garanderen. Helaas heeft men in zulke instellingen een overdreven vertrouwen gesteld, alsof ze het verlangde doel automatisch zouden kunnen bereiken. In werkelijkheid zijn de instellingen alleen onvoldoende, want de integrale ontwikkeling van de mens is vóór alles een roeping en vereist bijgevolg van allen een vrije en solidaire aanvaarding van verantwoordelijkheid. Bovendien vereist zo’n ontwikkeling een transcendente kijk op de persoon, die God nodig heeft: zonder Hem wordt de ontwikkeling ofwel geweigerd, ofwel alleen aan de hand van de mens toevertrouwd, die zich zelfverlossing gaat aanmatigen en ten slotte een ontmenselijkte ontwikkeling bevordert. Overigens stelt alleen de ontmoeting met God ons in staat, “in de ander niet alleen de ander te zien”,
Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 18 doch in hem het goddelijke beeld te herkennen en er zo toe te komen de ander werkelijk te ontdekken en een liefde te laten rijpen die “zorg om en voor de ander”
Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 6 wordt.