• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

DIVINUS PERFECTIONIS MAGISTER
Normen voor zalig- en heiligverklaringsprocessen

De goddelijke leermeester en het beeld van de volmaaktheid, Christus Jezus, die samen met de Vader en de Heilige Geest als de "ene heilige" verheerlijkt wordt, heeft de Kerk als zijn Bruid liefgehad en zichzelf voor haar overgeleverd, om haar te heiligen en om haar verheerlijkt tot zich te voeren. Na dus aan al zijn leerlingen het gebod gegeven te hebben de volmaaktheid van de Vader na te volgen, zendt Hij over allen de Heilige Geest, om hen innerlijk te bewegen God te beminnen uit geheel hun hart en elkander te beminnen zoals Hij hen heeft liefgehad. De volgelingen van Christus - zoals het Tweede Vaticaans Concilie ons leert - zijn niet op grond van hun werken, maar op grond van zijn raadsbesluit en genade geroepen en in Jezus de Heer gerechtvaardigd; in het doopsel van het geloof zijn zij waarlijk kinderen van God en deelgenoten aan de goddelijke natuur geworden, en bijgevolg waarlijk heilig. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 40

Onder hen kiest God er in iedere tijd meerderen uit die, Christus' voorbeeld van meer nabij volgend, door het vergieten van hun bloed of door heldhaftige deugdbeoefening een lichtend getuigenis afleggen van het Rijk der Hemelen.

De Kerk nu, die sinds de allereerste tijden van de christelijke godsdienst geloofd heeft dat de Apostelen en de Martelaren in Christus inniger met ons verbonden zijn, heeft hen altijd, samen met de Heilige Maagd Maria en de heilige Engelen, met een bijzondere verering bejegend en de hulp van hun voorspraak vroom afgesmeekt. Tot hen zijn spoedig ook anderen gerekend die de maagdelijkheid en de armoede van Christus meer van nabij hadden nagevolgd, en tenslotte de overigen die door hun lichtende beoefening van de christelijke deugden en door hun goddelijke charismen aan de vrome godsvrucht van de gelovigen en tot navolging aanbevolen werden.

Wanneer wij het leven beschouwen van hen die Christus getrouw gevolgd zijn, worden wij op een nieuwe wijze opgewekt om de toekomstige Stad te zoeken, en leren wij zeer veilig de weg kennen waarlangs wij, temidden van de wisselvalligheden van de wereld, volgens de levensstaat en levensomstandigheden ieder eigen, kunnen komen tot de volmaakte vereniging met Christus, dit wil zeggen tot de heiligheid. Voorzeker omgeven door een zo grote wolk van getuigen, door wie God aan ons tegenwoordig komt en ons toespreekt, worden wij met grote kracht aangetrokken om zijn Rijk in de hemelen te verwerven. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 50

De Apostolische Stoel aanvaardt deze tekenen en deze stem van zijn Heer met de grootste eerbied en volgzaamheid. Sinds onheuglijke tijden stelt hij daarom, overeenkomstig de zware hem toevertrouwde opdracht om het volk Gods te onderrichten, te heiligen en te leiden, aan de gelovigen ter navolging, ter verering en ter aanroeping mannen en vrouwen voor, die uitmunten door de schittering van de liefde en van andere evangelische deugden, en verklaart hij, na het verrichten van de vereiste onderzoekingen, in een plechtige canonisatieakt, dat zij Heiligen zijn.

De Instructie van de Canonisatieprocessen, die Onze Voorganger Sixtus V toevertrouwde aan de door hem gestichte Congregatie van de Heilige Riten Vgl. Paus Sixtus V, Constitutie, Reorganisatie van de Romeinse Curie en oprichting van 15 permanente Congregaties, Immensa Aeterni Dei (22 jan 1588). Vgl. Bullarium Romanum, uitg. Turijn, Bd. VIII, blz. 985-999, is in de loop van de tijden steeds aangevuld met nieuwe normen, vooral door het werk van Urbanus VIII Paus Urbanus VIII, Brief, Caelestis Hierusalem Cives (5 juli 1634). Urbanus VIII P.O.M. Decteta servanda in canonizatione et beatiticatione Sanctorum, van 12 maart 1642, normen die Prosper Lambertini (de latere Benedictus XIV), samen met de ervaringen in de loop van de tijd opgedaan, aan het nageslacht doorgaf in het werk getiteld "Zaligverklaring van de Dienaren Gods en heiligverklaring van de Zaligen". Dit werk gold bijna twee eeuwen lang als de regel bij de Heilige Congregatie van de Riten. Deze normen werden tenslotte substantieel opgenomen in het Wetboek
Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917)
dat in 1917 gepubliceerd is.

Daar evenwel de zeer aanzienlijke vooruitgang van de geschiedkundige wetenschappen in onze dagen de noodzakelijkheid aangetoond had om de bevoegde Congregatie van een geschikter werkinstrument te voorzien om beter te beantwoorden aan de eisen van de kritische wetenschap, richtte Onze Voorganger Pius XI, zaliger gedachtenis, in de Apostolische Brief Paus Pius XI - Motu Proprio
Già da qualche tempo
Oprichting van een Historische afdeling bij de heilige Congregatie van de Riten (6 februari 1930)
op 6 februari 1930 motu proprio uitgegeven, een "Historische Afdeling" op bij de Heilige Congregatie van de Riten, en vertrouwde haar de bestudering van de "historische" gevallen toe". Op 4 januari 1939 liet dezelfde Paus de Congregatie voor de Riten
Normae servandae in construedis processibus ordinariis super causis historicis,
Normen in acht te nemen bij de instructie van gewone processen in historische gevallen uitvaardigen (4 januari 1939)
uitvaardigen, waarmee hij het "apostolisch" proces in feite overbodig maakte, zodat sindsdien in de "historische" gevallen één enkel proces door het gewone gezag gevoerd is.

Paulus VI nu bepaalde in de Apostolische Brief H. Paus Paulus VI - Motu Proprio
Sanctitas clarior
Over de zalig- en heiligverklaringsprocessen (19 maart 1969)
, motu propria op 19 maart 1969 uitgegeven, dat ook in de meer recente gevallen slechts één enkel onderzoeksproces, dit wil zeggen om de bewijzen te verzamelen, gehouden zou worden, dat de Bisschop instrueert met voorafgaande toestemming evenwel van de Heilige Stoel. Dezelfde Paus richtte in de Apostolische Constitutie H. Paus Paulus VI - Apostolische Constitutie
Sacra Rituum Congregatio
Congregatie voor de Riten wordt gesplitst in een Congregatie voor de Gewijde Eredienst en een Congregatie voor de Heiligverklaring (8 mei 1969)
van 8 mei 1969, in de plaats van de Heilige Congregatie van de Riten, twee nieuwe Dicasteries op: aan het ene vertrouwde hij toe als taak de ordening van de goddelijke Eredienst, aan het andere de behandeling van de heiligverklaringen; bij dezelfde gelegenheid wijzigde hij ook enigszins de hierbij te volgen procedure.

Na de jongste ervaringen, tenslotte, leek het Ons zeer nuttig de aard en de wijze van instrueren van de processen verder te herzien en de Congregatie van de Heiligverklaringen zelf zo te ordenen dat wij tegemoet komen én aan de eisen van de wetenschapsmensen, én aan de wensen van Onze Broeders in het episcopaat, die meermaals aangedrongen hebben op soepelheid in de werkwijze zelf, met behoud evenwel van de degelijkheid van de onderzoekingen in een aangelegenheid die van zo grote ernst is. Wij denken ook, in het licht van de leer over de collegialiteit door het Tweede Vaticaans Concilie voorgehouden, dat het ten zeerste past de Bisschoppen zelf meer te betrekken bij het werk van de Apostolische Stoel in de behandeling van de heiligverklaringen.

Wij bepalen derhalve, met afschaffing van alle wetten ter zake van gelijk welke aard, dat in de toekomst de hier volgende normen in acht genomen moeten worden.

Document

Naam: DIVINUS PERFECTIONIS MAGISTER
Normen voor zalig- en heiligverklaringsprocessen
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Constitutie
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 25 januari 1983
Copyrights: © 1983, Latijns-Nederlandse uitgave in opdracht van de Belgische en de Nederlandse Bisschoppenconferentie, Uitgever Gooi & Sticht
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test