• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

DE LAATSTE WILSBESCHIKKING VAN DE HEER: DAT WIJ MARIA OPNEMEN IN ONS EIGEN LEVEN
Naar aanleiding van het Hoogfeest van de Heilige Maria, Moeder van God

Beste broeders en zusters,

een heel oude zegenformule, bewaard in het boek Numeri, zegt: “Moge de Heer u zegenen en u behoeden! Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn! Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!” (Num. 6, 24-26). Met deze woorden, waar de liturgie ons gisteren, op de eerste dag van het jaar, naar liet luisteren, zou ik mijn hartelijke wensen willen verwoorden aan u, hier aanwezig, en aan allen die mij tijdens deze kerstdagen blijken van liefdevolle geestelijke nabijheid deden toekomen.

Gisteren hebben wij het hoogfeest gevierd van Maria, Moeder van God. “Moeder van God”, Theotokos, is de titel die officieel aan Maria werd toegekend in de vijfde eeuw, om precies te zijn op het Concilie van Efeze van 431, maar die al in de vroomheid van het christenvolk werd gebruikt sinds de derde eeuw, in de context van discussies die in die periode ontbrand waren over de persoon van Christus. Men onderstreepte met die titel dat Christus God is en werkelijk als mens geboren is uit Maria: zo werd de eenheid bewaard dat Hij waarachtig God is en waarachtig mens. Hoewel het debat immers leek te gaan over Maria, betrof het in waarheid wezenlijk de Zoon. Sommige Vaders, die de volledige mensheid van Jezus wilden waarborgen, suggereerden een wat afgezwakte term: in plaats van de titel van Theotokos, stelden zij die van Christotokos voor, “Moeder van Christus”. Daarom werd, zoals gezegd, op het Concilie van Efeze, na breedvoerige discussie enerzijds plechtig de eenheid bevestigd van de twee naturen, de goddelijke en de menselijke, in de persoon van de Zoon van God Vgl. Concilie van Efese, 2e Brief van Cyrillus van Alexandrië aan Nestorius - 1e Zitting van Cyrillianen op het Concilie van Efeze, Epistula II Cyrilli Alexandrini ad Nestorium (24 feb 430), 1 en anderzijds, de legitimiteit van het toekennen aan de Maagd van de titel van Theotokos, Moeder van God Vgl. Concilie van Efese, 2e Brief van Cyrillus van Alexandrië aan Nestorius - 1e Zitting van Cyrillianen op het Concilie van Efeze, Epistula II Cyrilli Alexandrini ad Nestorium (24 feb 430), 2.
Na dit Concilie viel er een ware explosie te registreren van mariale vroomheid en werden talrijke kerken gebouwd die aan de Moeder van God werden toegewijd. Van deze kerken is de Santa Maria Maggiore Basiliek, hier in Rome, een uitmuntend voorbeeld. De leer over Maria, Moeder van God, vond bovendien bevestiging op het Concilie van Chalcedon (451) tijdens welke verklaard werd dat Christus is: “waarachtig God en waarachtig mens (...) naar zijn mensheid geboren voor ons en voor ons heil uit de maagd en Moeder Gods, Maria” Concilie van Chalcedon, 5e Zitting - Over de twee naturen in Christus, Sessio V - Definitio de duabus naturis Christi (22 okt 451), 2. Zoals bekend heeft het Tweede Vaticaans Concilie de leer over Maria samengevat in een hoofdstuk van de 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964)
, het achtste, en daarbij opnieuw het goddelijk moederschap bevestigd. Het hoofdstuk draagt de titel: “De heilige Maagd en Moeder van God, Maria, in het mysterie van Christus en de Kerk”.
De kwalificatie Moeder van God, zo diep verbonden met het Kerstfeest, is dan ook de fundamentele benaming waarmee de geloofsgemeenschap, we mogen wel zeggen in alle tijden de Maagd Maria geëerd heeft. Die benaming drukt heel goed de zending van Maria uit in de heilsgeschiedenis. Alle andere aan Onze Lieve Vrouw toegekende titels vinden hun fundament in haar roeping om de moeder te zijn van de Verlosser, het menselijk schepsel dat door God uitverkoren werd om het heilsplan te verwezenlijken dat gecentreerd is rond het grote mysterie van de vleeswording van het goddelijk Woord. Tijdens deze feestdagen hebben we stilgestaan bij de kribbe om er de voorstelling van de Geboorte te beschouwen. Als middelpunt daarvan vinden we Maria die het Kind Jezus ter beschouwing aanbiedt aan allen die de Verlosser komen aanbidden: de herders, de arme mensen uit Betlehem, de Wijzen die uit het Oosten zijn gekomen. Later, op het feest van de “Presentatie van de Heer”, dat we op 2 februari zullen vieren, zullen het de oude man Simeon en de profetes Hanna zijn die het kleine Kind ontvangen uit de handen van Maria en het aanbidden. De vroomheid van het christenvolk heeft de geboorte van Jezus en het goddelijk moederschap van Maria altijd beschouwd als twee aspecten van hetzelfde mysterie van de vleeswording van het goddelijk Woord en heeft daarom de Geboorte nooit beschouwd als iets van het verleden. Wij zijn “tijdgenoten” van de herders, van Simeon en Hanna, en terwijl we met hen optrekken, zijn wij vol vreugde, want God heeft de God-met-ons willen zijn en hij heeft een Moeder die onze Moeder is.
Van de titel “Moeder van God” komen vervolgens alle andere titels waarmee de Kerk onze lieve Vrouw eert, maar deze is de fundamentele. Denken we aan het voorrecht van de “Onbevlekte Ontvangenis”, dat wil zeggen aan het gevrijwaard zijn van de zonde vanaf haar ontvangenis: Maria werd van elke vlek van de zonde gevrijwaard omdat zij Moeder moest zijn van de Verlosser. Hetzelfde geldt van de titel “tenhemelopgenomen”: aan het bederf dat voortvloeide uit de eerste of erfzonde kon Zij niet onderworpen zijn die de Verlosser had voortgebracht. En we weten dat al deze voorrechten aan Maria niet verleend zijn om haar van ons te verwijderen, maar om haar juist in tegendeel ons nabij te brengen; immers doordat zij helemaal met God is, is deze Vrouw ook het dichtst bij ons en helpt ons als moeder en zuster. Ook de unieke en onherhaalbare plaats die Maria in de geloofsgemeenschap heeft, komt voort uit deze fundamentele roeping van haar om Moeder van de Verlosser te zijn. Juist als zodanig is Maria ook de Moeder van het mystieke Lichaam van Christus dat de Kerk is. Terecht heeft Paulus VI dan ook tijdens het Tweede Vaticaans Concilie, op 21 november 1964 aan Maria op plechtige wijze de titel toegekend van “Moeder van de Kerk”.
Juist omdat zij Moeder van de Kerk is, is de Maagd ook Moeder van ieder van ons, die ledematen zijn van het mystieke Lichaam van Christus. Vanaf het Kruis heeft Jezus zijn Moeder aan elk van zijn leerlingen toevertrouwd en tegelijkertijd heeft hij elk van zijn leerlingen aan de liefde van zijn Moeder toevertrouwd. De evangelist Johannes besluit het korte en suggestieve verhaal met de woorden: "En van dat ogenblik af, nam de leerling haar bij zich in huis" (Joh. 19, 27). Zo luidt de (Nederlandse) vertaling van de Griekse tekst: "εis tà íδια", hij nam haar op in wat hem eigen was, in zijn eigen zijn. Dat wil zeggen: zo, dat zij deel uit maakt van zijn eigen leven, en de twee levens zich doordringen; en dit opnemen ("εis tà íδια") in het eigen leven is de laatste wilsbeschikking van de Heer. Met andere woorden, op het hoogtepunt van de volbrenging van zijn messiaanse zending, laat Jezus aan ieder van zijn leerlingen als kostbare erfenis, zijn eigen Moeder na, de Maagd Maria.
Beste broeders en zusters, in deze eerste dagen van het jaar worden wij uitgenodigd aandachtig het belang te beschouwen van de aanwezigheid van Maria in het leven van de Kerk en in ons eigen persoonlijke bestaan. Vertrouwen wij ons aan haar toe, opdat zij onze stappen wil begeleiden in deze nieuwe tijdspanne die de Heer ons geeft om te leven, en opdat zij ons helpt authentieke vrienden van haar Zoon te zijn en daardoor ook moedige werkers aan zijn Rijk in de wereld, het Rijk van het licht en van de waarheid. Een Goed Jaar aan allen! Dit is de wens die ik aan u, hier aanwezig en aan uw dierbaren verlang te richten in deze eerste algemene audiëntie van 2008. Moge het nieuwe jaar, begonnen onder het teken van de Maagd Maria, ons nog levendiger haar moederlijke aanwezigheid doen voelen, zodat wij, gesteund en gesterkt door de bescherming van de Maagd, met vernieuwde ogen het gelaat van haar Zoon Jezus kunnen beschouwen en voortvarender de wegen van het goede kunnen bewandelen.

Nog eens: een Goed Jaar aan allen!

Document

Naam: DE LAATSTE WILSBESCHIKKING VAN DE HEER: DAT WIJ MARIA OPNEMEN IN ONS EIGEN LEVEN
Naar aanleiding van het Hoogfeest van de Heilige Maria, Moeder van God
Soort: Paus Benedictus XVI - Audiëntie
Auteur: Paus Benedictus XVI
Datum: 2 januari 2008
Copyrights: © 2008, Libreria Editrice Vaticana
Vertaling vanuit het Italiaans, alineanummering en -verdeling: Past. Chr. van Buijtenen, pr.
Bewerkt: 7 november 2019

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test