H. Paus Johannes XXIII - 22 februari 1962
VETERUM SAPIENTIA Ter bevordering van de studie van de Latijnse taal |
|||
► | DE WAARDE EN HET BELANG VAN HET LATIJN | ||
► | De levende taal van de Kerk | ||
► | Universeel |
Want daar "iedere kerk met de Kerk van Rome betrekkingen moet onderhouden" H. IreneĆ¼s van Lyon, Tegen de ketters, Adversus Haereses. 3, 3, 2; Migne PG 7, 848 en daar de Pausen een werkelijk bisschoppelijke, rechtstreekse en onmiddellijke macht bezitten over iedere Kerk en over alle herders en gelovigen" Vgl. Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 218. par. 2 van iedere ritus, volk en taal, is het geheel en al duidelijk dat het instrument van wederzijdse omgang universeel en gelijkvormig dient te zijn, vooral tussen de Apostolische Stoel en de Kerken, die dezelfde Latijnse ritus gebruiken. Derhalve wanneer de Pausen de katholieke volkeren willen onderrichten en wanneer de Romeinse Congregaties zaken behandelen en decreten uitvaardigen, die alle gelovigen betreffen, dan bedienen zij zich altijd van het Latijn alsof deze taal door de talrijke volkeren als een moederlijke stem aanvaard wordt.