H. Paus Johannes Paulus II - 22 november 2003
Ik ben blij om u allen te ontvangen bij gelegenheid van uw bezoek "Ad limina" naar de graven van de Apostelen Petrus en Paulus. In het bijzonder groet ik de vele jongeren onder u, die voor het eerst deelnemen aan deze ontmoeting en ik dank Kardinaal Godfried Danneels, voorzitter van uw Bisschoppenconferentie, voor de vriendelijke woorden tot mij gericht. Ik hoop dat dit bezoek, met de intensieve contacten en uitwisselingen met de dicasteriën van de Heilige Stoel, leiden tot een grotere dienst aan het evangelie, maar ook tot een bijzonder moment van viering van de "affectus collegialis" die ons bindt, als een belangrijke stap en ondersteuning in uw moeilijke maar uitdagende missie als herder van het Volk van God.
De inlichtingen die ik over de Kerk in uw land krijg, verontrusten me bijzonder. Het is moeilijk voorbij te gaan aan de reële en ernstige bekommernis voor het constante terugvallen van de religieuze praktijk in uw land welke de viering van de zondag raakt, maar ook veel andere Sacramenten, in het bijzonder het Doopsel, het Sacrament van Boete en Verzoening en vooral het Huwelijk. Ook het gevoelige teruglopen van het aantal priesters en de aanhoudende crisis van de roepingen zijn voor u voorwerp van een bijzondere bekommernis. U geeft echter aan de kwaliteit van de pastorale samenwerking die met de priesters wordt beleefd in de priesterraden en de samenwerking met de vertegenwoordigers van het Godsvolk in de diocesane pastorale raden. De leken die steeds actiever deelnemen aan de zending van kerk, heel in het bijzonder in de parochies is evenzeer een motief voor grote tevredenheid. Deze deelname moet zich ontwikkelen als een gemeenschappelijke verantwoordleijkheid zoals het Tweede Vaticaans Concilie dit wil en volgens de pastorale richtlijnen van Interdicasteriële instructies over sommige vraagstukken aangaande de medewerking van leken aan het dienstwerk van de priesters , die de essentiële onderscheidingen tussen het algemeen priesterschap en het ministeriële priesterschap en de onvervangbare karakter van de gewijde priester.
Om mogelijke onduidelijkheden te voorkomen is het noodzakelijk dat de leerstellige principes over de zaak helder worden uiteengezet. Dat zal de gelovigen helpen in te zien wat de betekenis is van het ministeriële priesterschap ten dienste van het Volk van God. Het is duidelijk dat jonge mensen zich niet kunnen inleven in het dienstwerk wanneer het niet de juiste plaats gegeven wordt in de christelijke gemeenschap en de gelovige is het niet aan te rekenen het ontbreken van inzicht in de waarde van hun engagement. Het is aan u de taak om gemeenschappelijk in jullie diocesen richting te geven en de waarde over te dragen van het gewijde dienstambt.
Onze verantwoordelijkheid als Bisschoppen is het om met krachtig en helder de genade van God bekend te maken, dat aan alle mensen gegeven wordt in het mysterie van de liefde van de verlossing door Christus, die op het hout van het Kruis de gelovigen uitnodigt een leven te lijden dat overeenkomt met het geloof dat ze verkondigen. In een gemeenschap die de binding verliest met de traditionele waarden en waar het algemene relativisme wordt aangehangen in naam van het pluralisme, is het onze eerste taak om Christus bekend te maken, het Evangelie van de vrede te verkondigen en nieuw licht te werpen op de bestemming van de mens. De Kerk laat zich geenszins leiden door wereldlijke ambities, maar zij heeft slechts één doel voor ogen: onder leiding van de Trooster, de Geest, het werk van Christus zelf voort te zetten, die in de wereld kwam om getuige te zijn voor de waarheid, om te redden en niet om te oordelen, om te dienen en niet om zich te laten dienen. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 3. Ik nodig u uit om uw dialoog met de civiele samenleving en met het Belgische volk voort te zetten, met de zorg om hen expliciet de waarden van het christelijke geloof te leren kennen evenals zijn rijke ervaring met de mens doorheen de geschiedenis en de culturen. Niet om haar eigen model op te leggen, maar uit respect voor de dialoog zelf die noodzaakt dat de eigen en legitieme identiteit van iedereen in acht genomen wordt. Het op de voorwaarde dat de Kerk haar rechtmatige plaats zal vinden in de Belgische samenleving, door helder het Evangelie te verkondigen en door te werken aan haar stelselmatige inculturatie in de cultuur van vandaag.
Om de gelovigen bekend te maken met dit waarlijk missionaire uitzicht, moedig ik u aan om zich te concentreren op de theologische, spirituele en morele vorming van zoveel mogelijk mensen voort te zetten, opdat de leken zich gesteund weten in hun leven als Christenen. Het helpt hen ook beter "rekenschap te geven van de hoop die in hen is" (1 Pt. 3, 15), door diepere kennis van het Woord van God en van de mysteries van het geloof, gesteund door een systematische en eenduidige uitleg van haar inhoud, gebaseerd op hoofdzakelijk de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) . U moet ook zorg dragen dat u steun verleent aan de universiteiten en instituten, opdat zij een zeer hoog peil van onderwijs geven, meer egspecialiseert maar onmisbaar, zo dat zij standhouden in het getuigen van de kracht van het Christelijjke gedachtengoed. Daardoor kunnen zij een belangrijke dienst verrichten, vooral bij de vorming van priesters.
Geef daadwerkelijke steun aan relaties met deze instituten opdat u op waardige en vertrouwvolle wijze verbonden blijft met hen en met de mensen die er werken en in het bijzonder met de theologen, zodat de Katholieke eenheid altijd tot uitdrukking komt in vol respect voor de competenties en verantwoordelijkheden van elk Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Bisschoppen, Pastores Gregis (16 okt 2003), 29 ! Inderdaad, de Katholieke universiteit "moet haar opdracht vervullen met de zorg voor het behoud van de Katholieke identiteit. Alhoewel die universiteit haar wetenschappelijke autonomie heeft, heeft ze ook op de opdracht om de leer van Magisterium in de verschillende onderzoeksdomeinen waarop ze werkzaam is in praktijk te brengen." H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de deelnemers aan het Congres georganiseerd door de Congregatie voor het Katholiek Onderwijs en de Internationale Federatie van Katholieke Universiteiten (FIUC) (5 dec 2002), 5 Het is aan de besturen van de universiteiten en de Herders, dat u bent, toe te zien dat dit ook gebeurd. Ik vraag u dus, om samen met de parochie priesters en via voortgezette opleidingen, de Bijbel te verspreiden in de gezinnen zo dat "het beluisteren van het Woord van God [mag] uitgroeien tot een levende ontmoeting en dat de antieke en de altijd actuele traditie van de lectio divina ons in staat stelt, doorheen de Bijbeltekst, het levende woord te vatten dat ons oproept, oriënteert en ons bestaan vorm geeft. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Een nieuw millennium, Novo millennio ineunte (6 jan 2001), 39. Ik hoop dat vooral de gelovigen steeds dieper het belang van de Eucharistie in hun persoonlijk en gemeenschappelijk leven zullen ervaren. Moge zij ook tijd vrij maken in hun dagelijks leven voor gebed, en het zal een wezenlijk aspect eerbiedigen van het christelijk leven: het primaat van de genade! Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Een nieuw millennium, Novo millennio ineunte (6 jan 2001), 38
Hoe kan de Kerk zonder deze gave van de Heer aan Zijn Kerk? Ik dring er nadrukkelijk bij u, dierbare broeders, op aan om als herders het roepingenpastoraal te ondersteunen en aan te moedigen, zodanig dat de gemeenschap en de jonge mensen daardoor wordt uitgedaagd om de roepstem van God door de te geven en de toekomst van uw diocesen voor te bereiden.
Onder die jongeren, ontvankelijk voor de edelmoedigheid van Christus en voor de universaliteit van zijn liefde, zullen ook nieuwe roepingen van diocesane priesters en van missionaire priesters kunnen ontluiken.
Met de psalmist kunnen we zeggen: "Degene die in tranen zaait, zal blij zingend de oogst binnenhalen. Degene die in tranen op weg gaat, de zaaizak om de schouder, zal blij zingend naar huis teruggaan met schoven op zijn rug." (Ps. 125, 5-6). De hoop in het hart van de gelovige, uitgezongen bij de terugkeer uit de Babylonische ballingschap, brengt licht in het leven van de gelovige leken. In de belangrijke debatten die de huidige Belgische samenleving animeren, wordt hun een dubbel getuigenis gevraagd. dat van de profetische taal, in ondubbeizinnige stellingnamen die stroken met de eisen van het Evangelie, waar het Magisterium van de Kerk trouwens "te pas en te onpas" Vgl. 2 Tim. 4, 2 steeds opnieuw op wijst, maar ook, midden in de vreugden en moeilijkheden van het gewone dagelijkse leven, het getuigenis van de daad, gegeven door mannen en vrouwen in hun leven als echtpaar en in hun gezin, in hun beroepsleven en in het dragen van verantwoordelijkheid op sociaal of politiek viak, vol aandacht voor hun medemensen en delend in hun vreugden en verwachtingen Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 1 , gedreven door het verlangen om voor hen te getuigen van de grenzeloze en onvoorwaardelijke liefde van Christus. Bemoedig en ondersteun de promotoren van een gezinspastoraal die uitgaat van de adel van het christelijke huwelijk en de weelde van het ouderschap, een pastoraal die tevens aan degenen die gekwetst werden bij de vervulling van hun levensproject, hulp kunnen bieden, zodat ze hun plaats kunnen vinden binnen de kerkelijke gemeenschap.
Het geloof van de psalmist brengt ook licht in het dagelijkse werk van de priesters, totaal toegewijd aan hun pastorale zending, maar die op bepaalde ogenblikken dreigen te bezwijken onder de vermoeidbeid en de ontmoediging veroorzaakt door de talloze moeilijkheden die ze ondervinden. Mogen zij beseffen hoe de Paus hun nabij is, die God dankt voor de soms verborgen vruchtbaarheid van hun zwoegen en Hem vraagt dat ze steeds inniger verbonden mogen zijn met Christus, hun Meester en Heer. Mijn dank betuig ik ook aan de permanent diakens. In gemeenschap met de bisschoppen en samenwerkend met de priesters, zijn ze door hun zelfgave een verwijzing naar de trouwe en nederige liefde van Christus. "in het vaste vertrouwen dat het paasmysterie voor altijd ons deel zal zijn" vgl. Romeins missaal, prefaties van de zondagen door het jaar, nr. 6, vertrouwen geput aan de bron van het eucharistische offer, ontvangt U, bisschoppen van België, elke dag opnieuw de kracht om aan degenen die de Heer U in zijn Kerk toevertrouwd heeft, bemoediging en ondersteuning te geven en voor hen tevens licht en begeleider te zijn. Wees voor hen profeten, getuigen en dienaars van de hoop, "want de hoop is, vooral in tijden van groeiende ongelovigheid en onverschilligheid, een onschatbare steun voor het geloof en een kostbare stimulans voor de liefde. De hoop put haar kracht uit de zekerheid van Gods universele heilswil Vgl. 1 Tim. 2, 4 en van de bestendige aanwezigheid van de Heer Jezus, de Emmanuel die steeds met ons zal zijn alle dagen tot aan de voleinding van de wereld Vgl. Mt. 28, 20 ". H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Bisschoppen, Pastores Gregis (16 okt 2003), 3
Moge de Maagd Maria, die in haar schoot de hoop van de hele mensheid gedragen heeft, met liefde waken over de noden van de Kerk in België, moge zij, zoals op de bruiloft van Kana, het hart van alle gelovigen verwijzen naar haar Zoon: "Doe al wat Hij u zeggen zal" (Joh. 2, 5)!Aan U allen geef ik een hartelijke apostolische zegen, die ik volgaarne uitbreid tot de priesters en de diakens, de mannelijke en vrouwelijke religieuzen en al de gelovige leken van uw bisdommen.
Paus Johannes Paulus II