SPE SALVILiefde in Waarheid - Over de Christelijke hoop
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Encycliek)
Paus Benedictus XVI -
30 november 2007
Evenals het handelen behoort het lijden
tot het menselijk bestaan. Het lijden
volgt van de ene kant uit onze eindigheid,
van de andere kant uit de enorme massa
schuld die zich in de loop van de geschiedenis
heeft opgehoopt en ook in het heden
onophoudelijk aangroeit. Natuurlijk
moeten we alles doen om het lijden te
verminderen, om het lijden van onschuldigen
te voorkomen, zo goed en zo kwaad
als het gaat, om pijn te verlichten, om
geestelijk lijden te helpen overwinnen.
Dit zijn alle plichten zowel van de gerechtigheid
als van de liefde, die tot de
fundamentele vereisten behoren van het
christelijk bestaan en van ieder waarachtig
menselijk leven. In de strijd tegen de
fysieke pijn zijn grote vorderingen geboekt;
het lijden van onschuldigen, evenals
het geestelijk lijden zijn in de afgelopen
decennia eerder toegenomen. Ja, we
moeten alles doen om het lijden te overwinnen,
maar we kunnen het niet geheel
uit de wereld bannen, omdat wij nu eenmaal
onze eindigheid niet van ons kunnen
afschudden en omdat niemand van
ons in staat is de macht van het kwaad,
van de schuld, uit de wereld te bannen,
die voortdurend – we zien het – de bron
van lijden is. Dat kan alleen God, alleen
een God die Zelf binnentreedt in de geschiedenis,
mens wordt en in de tijd lijdt.
Wij weten dat deze God bestaat en dat
daarom deze macht die de “zonde van de
wereld wegneemt” (
Joh. 1, 29) bestaat. Met
het geloof dat deze macht bestaat is de
hoop op de redding van de wereld in de
geschiedenis verschenen. Maar het is
hoop en nog geen voleinding. Het is hoop
die ons de moed geeft ons aan de zijde
van het goede te scharen, ook in situaties
die uitzichtloos lijken, in het besef dat in
de uiterlijke loop van de geschiedenis de
macht van de schuld voortdurend een
vreeswekkende aanwezigheid zal blijven.