Tarcisio Kardinaal Bertone - 10 september 2007
Aan 'Kerk in Nood' / Oostpriesterhulp
Naar aanleiding van het 60-jarige jubileum van ‘Kerk in Nood’ bent u nu in Castel Gandolfo samen, om over de toekomst van uw hulporganisatie na te denken en haar door gebed bij God aan te bevelen. Daarbij oriënteert u zich op de erfenis die de stichter, pater Werenfried van Straaten, u heeft nagelaten, en let u aandachtig op de behoeften van de Kerk in onze tijd. Om uw verbondenheid met de opvolger van Petrus uit te drukken, hebt u bewust een vergaderplaats in de onmiddellijke nabijheid van de Heilige Vader gekozen en hem om een richtinggevend woord voor uw dienst in en aan de Kerk verzocht.
Zijne Heiligheid paus Benedictus XVI, in wiens naam ik deze brief tot u mag richten, blikt met u allen vol dankbaarheid terug op de zestigjarige geschiedenis van ‘Kerk in Nood’. Hij verzekert u en de volledige organisatie, samen met alle weldoeners en projectpartners in de hele wereld, van zijn geestelijke verbondenheid en van zijn gebeden voor u.
Hele gemeenschappen zijn God vergeten. Sinds het begin van zijn pontificaat heeft de Heilige Vader steeds weer benadrukt dat dit een van de diepste en fundamenteelste noden van onze tijd is. Enerzijds heeft de druk van de secularisatie en het relativisme vele mensen, onder wie vele gedoopte christenen, van God verwijderd. Anderzijds zijn er nog steeds landen, waar mensen hun geloof in Jezus Christus niet vrij kunnen beleven.
God zelf is mens geworden in Christus, en heeft onder ons mensen gewoond Vgl. Joh. 1, 14 . Het is de zending van de Kerk deze tegenwoordigheid van God door de vervulling van haar drievoudige opdracht voort te zetten: de verkondiging van Gods woord, het vieren van de sacramenten, de beoefening van de dienst van de liefde Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 25. Deze opdrachten, die uit elkaar voortkomen en niet van elkaar te scheiden zijn, zijn te allen tijde de norm voor de werking van de Kerk. Die norm bepaalt ook dat de Kerk de uitdagingen van onze tijd moet aangaan, door de geestelijken, ordeleden en leken aan te moedigen en de mogelijkheid te geven, zich met al hun kracht in te zetten voor het geloof, de liturgie en de naastenliefde.
In deze geest moedig ik ’Kerk in Nood’ aan om een belangrijk deel van haar middelen in te zetten voor de bevordering van geestelijke roepingen en de vorming van betrokken gelovigen. Dit maakt het mogelijk een grondige geestelijke, intellectuele en pastorale opleiding te ontvangen en geeft hen de zekerheid om over de nodige materiële middelen te beschikken. Zo worden zij in hun parochiekerken of op hun missiepost doeltreffende instrumenten van Gods genade.
In dit verband verdienen twee zaken bijzondere aandacht. Om te beginnen is het overduidelijk dat de media tegenwoordig een enorme invloed uitoefenen op de cultuur en het leven van de mensen. Met de medewerking en onder leiding van bekwame en gelovige christenen kunnen zij een enorme bijdrage leveren aan de verspreiding van de Goede Boodschap van het evangelie van Christus en van de christelijke waarden. De Kerk heeft dringend behoefte aan mensen, door wie God versterkt aanwezig kan zijn in dit brede werkterrein. Mensen die Zijn woord hoorbaar en zichtbaar maken en die alle technische mogelijkheden gebruiken om Zijn boodschap van verlossing tot in de verste uithoeken van de wereld te laten doordringen.
Tevens kijken wij met grote bezorgdheid naar de Kerk in het Midden-Oosten met een eeuwenlange traditie die tegenwoordig in haar voortbestaan wordt bedreigd en naar talrijke katholieken die vrijwel zonder pastorale zorg moeten leven en die hun geloof niet of slechts in beperkte mate gezamenlijk en in het openbaar kunnen belijden. Onder de huidige omstandigheden heeft de Kerk in enkele landen nog slechts weinig ruimte voor haar pastorale werk, maar de Heilige Geest kan ook daar door een creatieve en verstandige aanpak ongekende mogelijkheden voor de vervulling van haar opdracht openen en een groot aantal mensen tot het geloof in Jezus Christus brengen. Hij zal ons tonen “wanneer het tijd is om over God te spreken en wanner het beter is over Hem te zwijgen en eenvoudigweg de liefde te laten spreken. De christen weet, dat God liefde is Vgl. 1 Joh. 4, 8 en dat Hij juist dan aanwezig is als er alleen maar liefde in praktijk wordt gebracht” Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 31.
Moge de almachtige God ‘Kerk in Nood’ inzicht en kracht schenken, zodat zij ook in de toekomst daar kan helpen, waar de nood van de Kerk het grootst is. Daarom verleent Zijne Heiligheid paus Benedictus XVI u allen en alle medewerkers en weldoeners, op voorspraak van de Allerzaligste Maagd van Fatima, onder wier bescherming u zich op bijzondere wijze heeft geplaatst, van harte de apostolische zegen.
Met de meeste hoogachting
En de beste persoonlijke wensen
Kardinaal Tarcisio Bertone
Staatssecretaris van Zijne Heiligheid
Vanuit het Vaticaan, 10 september 2007