In de Encycliek "
Paus Benedictus XVI - Encycliek
Deus Caritas Est
God is Liefde
(25 december 2005)" heb ik, onder verwijzing naar de bijbelse episode van de ladder van Jakob, willen duidelijk maken hoe de herder juist door het gebed gevoelig wordt voor de noden van de anderen en barmhartig jegens allen
Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005). 7. En ik heb de gedachte van Gregorius de Grote aangehaald, volgens wie een herder die geworteld is in de beschouwing ook weet open te staan voor de noden van de anderen, die immers in het gebed de zijnen worden: "
per pietatis viscera in se infirmitatem caeterorum transferat " (d.i. "door een hart vol godsliefde neemt hij de zwakte van de anderen op zich")
H. Paus Gregorius de Grote, Herderlijke Regel, Regula pastoralis. II, 5. Het
gebed voedt op tot de liefde en opent het hart voor de herderlijke naastenliefde om open te staan voor allen die hun toevlucht zoeken tot de Bisschop. Deze, inwendig gevormd door de Heilige Geest, troost met de balsem van de goddelijke genade, verlicht met het licht van het Woord, verzoent en bouwt op in de broederlijke gemeenschap.
In uw gebed, dierbare Medebroeders, moeten uw priesters een bijzondere plaats innemen, opdat zij steeds zullen volharden in hun roeping en trouw zullen zijn aan de priesterlijke zending die hun werd toevertrouwd. Het is voor iedere priester buitengewoon stichtend te weten dat de Bisschop, van wie hij de gave van het priesterschap heeft ontvangen of die in ieder geval zijn vader en vriend is, hem nabij is in het gebed, met zijn hart en steeds bereid hem te ontvangen, naar hem te luisteren, hem te steunen en te bemoedigen! Zo moet in het gebed van de Bisschop ook nooit de smeekbede ontbreken voor nieuwe roepingen. Met aandrang moeten deze aan God worden gevraagd, opdat Hij "degenen die Hij zelf wil" roept tot het heilig dienstwerk.