Christus, de Heer, is waarlijk verrezen. Maria, de onschuldige en bevoorrechte Moeder, is al verrezen en door Hem opgenomen in de onsterfelijke volheid van zijn glorierijk leven aan de rechterhand van de Vader. En de lijst van hen, die op de laatste dag geroepen zullen worden tot het laatste wonder van de verrijzenis in de lichamelijke vernieuwing van een bestaan zonder einde
Vgl. 1 Kor. 15, 20.35. e.v.
Vgl. Joh. 5, 29
, die lijst wordt al samengesteld en registreert de namen "
in het boek van het leven", in het onuitwisbare geheugen van God.
Vgl. Lc. 10, 20
Vgl. Fil. 4, 3
Vgl. Openb. 21, 27
Ook wij, broeders en zonen, ook wij zullen verrijzen. De stem trilt bij het uitspreken van zo'n alles overtreffende voorzegging; het geloof trilt in ons, als we met een zuiver en oprecht hart
Pasen hebben gehouden", d.w.z. ons gevoed hebben met het Vlees en Bloed van Christus, dat Hij ons aanbiedt in de Eucharistie, want wie zulk vitaal voedsel heeft genuttigd -
"hem" - heeft Hij gezegd -
"zal Ik doen verrijzen op de laatste dag" (
Joh. 6, 54). De Verrijzenis van Christus weerspiegelt zich nu in de hoop, straks in een werkelijkheid, die alles zal veranderen.
Vgl. 1 Kor. 15, 38. e.v.