H. Paus Johannes Paulus II - 25 maart 1995
Daartoe is het vóór alles dringend noodzakelijk in onszelf en in de anderen een beschouwende visie te bevorderen Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 37. Deze ontstaat uit het geloof in de God van het leven, die ieder individu heeft geschapen als een wonder Vgl. Ps. 139, 14
Het is tijd voor ieder van ons om deze visie over te nemen en met diep godsdienstig ontzag de mogelijkheid te herontdekken om iedere persoon te eerbiedigen en te eren, zoals Paulus VI ons uitnodigde te doen in een van zijn eerste kerstboodschappen Vgl. H. Paus Paulus VI, Radiotoespraak, Kerst 1967, Radioboodschap aan het episcopaat, de clerus en de overige gelovigen (23 dec 1967). Bezield door deze beschouwende visie moet het nieuwe volk van de verlosten wel antwoorden met hymnen van vreugde, lof en dank voor de onschatbare gave van het leven, voor het mysterie van de roeping van iedere mens om in Christus deel te hebben aan het genadeleven en aan een bestaan van oneindige gemeenschap met God de Schepper en Vader.
Ook wij prijzen en zegenen, zoals de Psalmist, in ons dagelijks gebed, als enkelingen en als gemeenschap, God onze Vader, die ons vormde in de moederschoot en die ons zag en beminde toen we nog vormloos waren Vgl. Ps. 139, 13.15-16
Wij worden opgeroepen om onze verbazing en dankbaarheid over het als geschenk ontvangen leven uit te drukken en om het Evangelie van het leven niet alleen in het persoonlijke en het gemeenschappelijke gebed, maar vooral in de vieringen van het liturgisch jaar aan te nemen, te genieten en mee te delen. Hier moet speciaal herinnerd worden aan de Sacramenten als werkzame tekens voor de aanwezigheid en de reddende werking van de Heer Jezus in het christelijk bestaan: ze maken de mensen tot deelhebbers aan het goddelijk leven, doordat zij hen verzekeren van de nodige geestelijke kracht, om het leven, het lijden en de dood te ervaren in hun volle betekenis. Dankzij een echte herontdekking en een betere waardering van de betekenis van deze riten zullen onze liturgische vieringen, vooral de vieringen van de sacramenten, steeds beter in staat zijn om de volle waarheid over geboorte, leven, lijden en dood tot uitdrukking te brengen en ons helpen om deze momenten te beleven als een deelname in het paasmysterie van de gekruisigde en verrezen Christus.
In dit perspectief neem ik ook de door de kardinalen in het consistorium van 1991 gedane suggestie over en stel ik voor dat men in de verschillende landen ieder jaar een Dag voor het Leven viert, zoals reeds op initiatief van enkele bisschoppenconferenties gebeurt. Deze Dag moet met de actieve deelname van alle leden van de plaatselijke Kerk voorbereid en gevierd worden. Het eigenlijke doel ervan is in de gewetens, in de gezinnen, in de Kerk en in de burgerlijke maatschappij erkenning te wekken voor de betekenis en waarde die het menselijk leven op ieder moment en onder iedere omstandigheid heeft; in het centrum van de aandacht moet daarbij vooral het zwaarwegende probleem van abortus en euthanasie gezet worden, zonder echter de andere momenten en aspecten van het leven over het hoofd te zien, die al naar de gelegenheid en de omstandigheden dat vragen, het van tijd tot tijd verdienen om aandachtig beschouwd te worden.
In dit kader, dat rijk is aan menselijkheid en liefde, ontstaan ook de heldhaftige daden. Zij vormen de plechtigste verheerlijking van het Evangelie van het leven, want zij verkondigen het door de totale zelfgave; zij zijn de schitterende manifestatie van de hoogste graad van liefde, welke is: zijn leven te geven voor de beminde Vgl. Joh. 15, 13 ; zij zijn een deelname in het mysterie van het Kruis, waarop Jezus de waarde van iedere persoon openbaart en laat zien hoe het leven zijn volheid bereikt in de oprechte zelfgave. Naast deze opzienbarende daden is er de heldhaftigheid van alledag, die bestaat uit kleine en grote gebaren van delen, die een echte cultuur van het leven bevorderen. Onder deze gebaren verdient de in ethisch aanvaardbare vormen uitgevoerde orgaandonatie bijzondere waardering, om zieken die tot dan toe van iedere hoop beroofd zijn, de mogelijkheid van gezondheid of zelfs van het leven aan te bieden.
Tot deze heldhaftigheid van alledag hoort het stille maar des te vruchtbaarder en welsprekender getuigenis van "alle moedige moeders, die zich zonder voorbehoud wijden aan hun gezin, die onder pijnen hun kinderen ter wereld brengen en dan bereid zijn alle moeite en ieder offer op zich te nemen om hun het beste door te geven wat zij in zich dragen". H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Zaligverklaring van Isidoor Bakanja, Elisabeth Canori Mora en Gianna Beretta Molla (24 apr 1994) Wanneer zij hun zending beleven "vinden deze heldhaftige moeders daarbij in hun omgeving niet altijd ondersteuning. Ja, de voorbeelden van de beschaving, zoals zij dikwijls door de massamedia voorgesteld en verbreid worden, moedigen het moederschap niet aan. In naam van de vooruitgang en van het moderne leven, worden de waarden van trouw, kuisheid en offer tegenwoordig als achterhaald gepresenteerd, en toch hebben hele menigten christelijke echtgenotes en moeders zich in deze waarden onderscheiden en doen dat ook vandaag (...) Wij danken u, heldhaftige moeders, voor uw onoverwinnelijke liefde! Wij danken u voor uw onverschrokken vertrouwen op God en op zijn liefde. Wij danken u voor het offer van uw leven(...) In het Paasmysterie geeft Christus u het geschenk terug dat u Hem hebt gegeven. Want Hij heeft de macht u het leven terug te geven dat u Hem als offer hebt aangeboden" . H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Zaligverklaring van Isidoor Bakanja, Elisabeth Canori Mora en Gianna Beretta Molla (24 apr 1994)