• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Dit hoeft niet te verbazen: het doden van een mens, in wie Gods beeld aanwezig is, is een bijzonder ernstige zonde. Alleen God is de Heer van het leven! Maar in het licht van de vele, vaak tragische gebeurtenissen die in het individuele en sociale leven plaatsvinden, heeft het christelijk denken gezocht naar een vollediger en dieper begrip van wat Gods gebod verbiedt en voorschrijft Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2263-2269 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van het Concilie van Trente, Catechismus Romanus Concilii Tridentini. III, 327-332. Er zijn namelijk situaties waarin de waarden die door Gods wet worden voorgesteld, in de vorm van een echte tegenspraak verschijnen. Dit gebeurt bijvoorbeeld in het geval van wettige zelfverdediging, waarin het recht om het eigen leven te verdedigen en de plicht om andermans leven niet te kwetsen in de praktijk moeilijk te verzoenen zijn. Ongetwijfeld vormen de innerlijke waarde van het leven en de plicht om zichzelf niet minder dan anderen lief te hebben, de basis van een werkelijk recht op zelfverdediging. Zelfs het veeleisende gebod van de naastenliefde, in het Oude Testament verkondigd en door Jezus bevestigd, vooronderstelt liefde voor zichzelf als de basis van vergelijking: 'Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf' (Mc. 12, 31). Niemand kan dan ook het recht op zelfverdediging afwijzen uit gebrek aan liefde voor het leven of voor zichzelf, alleen uit kracht van een heldhaftige liefde die de liefde voor zichzelf verdiept en omvormt tot een radicale zelfopoffering, overeenkomstig de geest van de Zaligsprekingen in het evangelie Vgl. Mt. 5, 38-40 . Het sublieme voorbeeld van deze zelfopoffering is de Heer Jezus zelf.

Bovendien '(kan) de gewettigde zelfverdediging (...) niet alleen een recht zijn, maar (ze) wordt zelfs een ernstige plicht voor degene die verantwoordelijk is voor andermans leven, voor het algemeen welzijn van het gezin of van de gemeenschap' Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2265. Helaas gebeurt het dat de noodzaak om de aanvaller onschadelijk te maken soms vereist dat men hem doodt. In dit geval wordt de fatale afloop de aanvaller ten laste gelegd die zich door zijn daad daaraan blootstelde, zelfs al is hij misschien niet moreel verantwoordelijk omdat hij niet 'bij zijn verstand'was Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. II-II, q. 64, a. 7 Vgl. H. Alfonsus Maria de Liguori, Theologia moralis de Sacrum. Ordin.. l. III, tr. 4, c. 1, dub. 3..

In deze context moet het probleem van de doodstraf geplaatst worden, waarbij in de Kerk en in de maatschappij toenemend een tendens waarneembaar is, die een zeer beperkte toepassing of zelfs een volledige afschaffing ervan bepleit. Het probleem moet men zien in het geheel van een strafrecht dat steeds meer strookt met de menselijke waardigheid en aldus tenslotte met Gods plan voor mens en maatschappij. Het eerste doel van de straf die een samenleving oplegt is 'de verstoring van de orde ongedaan (te) maken, die door de overtreding ontstaan is' Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2266 Het openbaar gezag moet de aantasting van persoonlijke en sociale rechten verhelpen door de schuldige een gepaste straf op te leggen voor zijn misdrijf, als voorwaarde om de uitoefening van zijn vrijheid te herkrijgen. Op deze wijze bereikt het gezag ook het doel om de openbare orde te verdedigen en de veiligheid van de mensen te verzekeren, terwijl het tevens de schuldige ertoe aanzet en helpt om zich te verbeteren en te herstellen Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2266.

Het is duidelijk dat, wil men deze doelen bereiken, de aard en de omvang van de straf zorgvuldig afgewogen en vastgesteld moeten worden en niet - behalve in gevallen van absolute noodzaak, dwz als anders de verdediging van de maatschappij niet mogelijk zou zijn - tot het uiterste gaan, nl, de terechtstelling van de schuldige. Maar tegenwoordig zijn zulke gevallen, als gevolg van de gestage verbeteringen in de organisatie van het strafwezen, uiterst zeldzaam of bestaan praktisch niet meer.

In elk geval blijft het door de nieuwe Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997)
aangevoerde beginsel van kracht: 'Indien onbloedige middelen volstaan om mensenlevens te verdedigen tegen de aanvaller en om de openbare orde en de veiligheid van de personen te beschermen, moet de overheid zich beperken tot die middelen; deze zijn immers beter aangepast aan de concrete voorwaarden van het algemeen welzijn en ook meer in overeenstemming met de waardigheid van de menselijke persoon' Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2267.

Document

Naam: EVANGELIUM VITAE
Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 25 maart 1995
Copyrights: © 1995 Katholiek Nieuwsblad, Den Bosch
Bewerkt: 15 april 2022

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2023, Stg. InterKerk, Schiedam, test