
H. Paus Johannes Paulus II - 25 maart 1995
De aankondiging van de engel aan Maria wordt omkleed met deze geruststellende woorden: 'Vrees niet, Maria' en 'Bij God is niets onmogelijk' (Lc. 1, 30.37). Het hele leven van de Moedermaagd wordt immers ingeweven in de zekerheid dat God haar nabij is en dat Hij haar met zijn welwillende zorg vergezelt. Hetzelfde gebeurt met de Kerk, die 'een plaats' vindt, 'bereid door God' (Openb. 12, 6) in de woestijn, de plaats van beproeving, maar ook van de openbaring van Gods liefde voor zijn vol Vgl. Hos. 2, 16 . Maria is een levend woord van troost voor de Kerk in haar strijd tegen de dood. Doordat zij ons de Zoon laat zien, verzekert de Kerk ons dat in Hem de krachten van de dood reeds verslagen zijn: 'Dood en leven streden een wonderbaarlijke strijd. De Aanvoerder van het leven, die stierf, heerst nu levend' Romeins missaal, Sequentie voor Paaszondag..
Het geslachte Lam is levend, draagt de sporen van zijn Lijden in de schittering van de Verrijzenis. Hij alleen beheerst alle gebeurtenissen van de geschiedenis: hij open haar 'zegels Vgl. Openb. 5, 1-10 en verkondigt (in de tijd en boven de tijd) de macht van het leven over de dood. In het 'nieuwe Jeruzalem', die nieuwe wereld waarheen de menselijke geschiedenis onderweg is, 'zal de dood niet meer zijn, geen rouw, geen klacht, geen lijden, want wat vroeger was, is voorbij' (Openb. 21, 4).
En terwijl wij, het pelgrimerende volk, het volk van het leven en voor het leven, vol vertrouwen op weg zijn naar 'een nieuwe hemel en een nieuwe aarde' (Openb. 21, 1), kijken wij naar Haar die voor ons 'een teken van zeker hoop en troost' is 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 68.
O Maria,
dageraad van de nieuwe wereld,
Moeder van de levenden,
U vertrouwen wij de zaak van het leven toe:
o Moeder, zie neer op het grote aantal
kinderen die niet geboren mogen worden,
armen die het moeilijk hebben om te leven,
mannen en vrouwen die slachtoffer zijn van bruut geweld,
ouderen en zieken die gedood worden uit onverschilligheid
of uit zogenaamd medelijden.
Geef dat allen die geloven in uw Zoon
het Evangelie van het leven
verkondigen met oprechtheid en liefde
aan de mensen van onze tijd.
Verkrijg voor hen de genade dat Evangelie te aanvaarden
als een steeds nieuw geschenk,
de vreugde om het te vieren,
dankbaar, hun leven lang,
en de moed om er resoluut van te getuigen,
om samen met alle mensen van goede wil
de beschaving van de waarheid en de liefde op te bouwen,
tot lof en eer van God, de Schepper en Vriend van het leven.
Gegeven te Rome, bij Sint Pieter, op 25 maart, het Hoogfeest van de Aankondiging van de Heer, in het jaar 1995, het zeventiende van mijn Pontificaat.
Paus Johannes Paulus II