H. Paus Johannes Paulus II - 13 november 1981
Dierbare broeders in het episcopaat, dierbare broeders en zusters,
Sinds onze laatste ontmoeting op 8 februari 1980 hebben wij zeer veel gebeurtenissen van verschillende aard en verschillend belang beleefd, maar waarvan velen een oecumenische dimensie hebben gehad. Ik zou vandaag op enkele ervan willen terugkomen. Ik wil slechts signaleren de ontmoetingen die ik met onze christelijke broeders heb gehad gedurende mijn reizen in Afrika, in Frankrijk, in Brazilië, in Bondsrepubliek Duitsland en in Azië. Zij hebben gelegenheid gegeven tot broederlijke uitwisselingen en een wederzijds luisteren. Deze reizen hebben me ook de gelegenheid gegeven bij de katholieken de noodzaak van de eenheid te benadrukken welke onafscheidelijk verbonden is met de evangelisatie.
Maar behalve deze ontmoetingen heb ik hier in Rome de gelegenheid gehad onze oecumenische activiteit te behartigen: allereerst door me op 28 juni 1980 H. Paus Johannes Paulus II - Toespraak
Tot de leden van het Heilig College en tot alle medewerkers van de Romeinse Curie, van Vaticaanstad en van het Vicariaat van Rome (28 juni 1980). Ik kan hier helaas niet alle thema's van deze toespraak hernemen noch de vooruitgang tonen welke sedert dat moment is verwezenlijkt in de toen vermelde dialogen, met name met de hervormde bond en de lutherse federatie.