Synodevaders - 25 oktober 1980
BOODSCHAP BIJ DE SLUITING VAN DE BISSCHOPPENSYNODE OVER HET CHRISTELIJK GEZIN IN DE WERELD VAN DEZE TIJD | |||
► | De situatie van het gezin heden ten dage |
Tijdens ons werk hebben wij nota genomen van de vreugde en de verheugende zaken maar ook van het leed en de moeilijkheden van het gezinsleven in onze tijd. Wat het eerst moet gebeuren is nagaan wat goed is, teneinde opbouwend werk te verrichten en het gezinsleven beter te maken, men moet er namelijk op vertrouwen dat God overal in zijn schepping aanwezig is en dat wij zijn wil kunnen leren kennen vanuit de tekenen des tijds.
Wij zien veel goede en positieve zaken die ons moed geven. Het is inderdaad een vreugde zoveel gezinnen te zien die zich met blijheid kwijten van de taak die God hun heeft toevertrouwd, zelfs middenin zoveel factoren die hen ertoe aanzetten het tegendeel te doen.
De edelmoedigheid en trouw waarmee zij reageren op de genade Gods en een leven overeenkomstig zijn leer leiden, vormen voor ons een onmetelijke bron van hoop. Bovendien, het aantal gezinnen dat welbewust volgens het Evangelie wil leven, wordt van dag tot dag over de hele wereld groter.
In de loop van de voorbije maand hebben wij veel geleerd over de verscheidenheid van culturen en levenspatronen waarin de christelijke gezinnen zich bevinden. De Kerk moet deze zo rijke verscheidenheid aanvaarden en liefhebben en zij moet de christelijke gezinnen aansporen de daadwerkelijke getuigen te zijn van Gods plan in de culturen waartoe zij behoren.
Van de andere kant blijft op ons de plicht rusten de elementen van elke cultuur te beoordelen in het licht van het Evangelie, om na te gaan of ze overeenstemmen met het plan van God betreffende huwelijk en gezin.
Deze dubbele plicht, aanvaarding en beoordeling, maakt deel uit van de opdracht tot onderscheiden van goed en kwaad.
In grote delen van de wereld en zelfs in elk land heerst materieel gebrek; dit vindt zijn oorsprong in sociale, economische en politieke structuren die onrecht, onderdrukking en afhankelijkheid bevorderen.
In veel contreien is het zo dat jonge meisjes en jonge mannen worden verhinderd gebruik te maken van hun recht te trouwen en een normaal leven te leiden.
Elders, in meer ontwikkelde streken, treft men een andere vorm van armoede aan; te midden van een overdaad aan stoffelijke rijkdom heerst een waar geestelijk vacuĆ¼m, een aantasting van geest en hart die het moeilijk maakt de wil van God inzake het menselijk bestaan te doorgronden. De mensen vergaan van angst voor het heden en vrezen voor de toekomst.
Het valt hun daarom moeilijk zich voorgoed tot het huwelijk te verbinden of het te beleven.
Zij hebben hun handen vol, maar hun hart is gewond en zij wachten op de goede samaritaan die hun wonden komt verbinden, er wijn en olie op giet, vreugde en genezing.
De onschendbaarheid van de huiselijke haard en de rechten van de gezinnen op het gebied van de godsdienstvrijheid, het verantwoord ouderschap en de opvoeding worden niet geƫerbiedigd.
Het gezin voelt zich meer een minderjarig kind of een slachtoffer dan iemand die zijn eigen zaken regelt.
Wij protesteren energiek tegen het feit dat, om hun sociale, economische of demografische vraagstukken op te lossen, de gezinnen worden gedwongen onzedelijke middelen te aanvaarden, zoals voorbehoedsmiddelen of, erger nog, sterilisatie, abortus en euthanasie.
Daarom vraagt de synode met klem een handvest met rechten voor het gezin, teneinde zijn rechten overal ter wereld veilig te stellen.
Zij beschouwen hun medemensen niet langer als zusters en broeders maar veeleer als concurrenten of tegenstanders.
Immers, daar waar de notie van God, van hemelse Vader verdwijnt, gaat ook het besef teloor dat wij allen deel uitmaken van de grote mensenfamilie.
Hoe kunnen de mensen inzien dat zij zusters en broeders zijn, als zij vergeten zijn dat zij allen dezelfde vader hebben? Het vaderschap van God is de grondslag van de broederschap tussen de mensen.