Paus Benedictus XV - 10 maart 1919
De oostersche Kerk is ten allen tijde het voorwerp geweest eener geheel bijzondere belangstelling van den kant der pausen. Belast met het bestuur van 's Heeren kudde in heel haar omvang, waren zij tegelijkertijd vol zorg voor het welzijn en den bloei der particuliere kerken; maar het was billijk en het lag voor de hand, dat zij een bijzondere voorliefde hadden voor de Kerk in dàt gedeelte van de wereld. Het Oosten heeft tot eeretitel, de streek te zijn, waar de verlossing van het menschdom is voltrokken, waar het zaad van het apostolaat en het martelaarschap, uitgestrooid van de eerste tijden van het christendom af, de heerlijkste vruchten van heiligheid en wijsheid heeft opgeleverd. Inderdaad, zoolang die Kerk met heilige trouw volhardde in de eenheid. genoot zij een wonderbaren bloei. Bewijs daarvoor zijn de uitstekende pausen die zij aan den Apostolischen Stoel geschonken heeft, en de schitterende lichten van vernuft, van deugd en wetenschap, zooals een Paus Benedictus XVI - Audiëntie
H. Basilius (1)
(44e catechese in deze reeks)
(4 juli 2007), een Paus Benedictus XVI - Audiëntie
H. Athanasius van Alexandrië
(42e catechese in deze reeks)
(20 juni 2007), de beide Gregorii, een Chrysostomus, die de christelijke wereld met hun glans hebben opgeluisterd. Nooit heeft men onze voorgangers die sieraden der oudheid zien vergeten. Zij hebben de oosterlingen niet alleen hun van de Latijnen afwijkende gebruiken en instellingen laten behouden, maar hun ook toegestaan hun eigen ritus, die werkelijk verheven en schitterend is, ongewijzigd en in zijn geheel te bewaren. Zoo kon Christus' bruid "in een met goud omzoomd gewaad, rijk aan versierselen" haar schoonheid beter ten toon spreiden. Men weet het: ook hier te Rome bestaat de gewoonte, en wel op bevel en op gezag van den Apostolischen Stoel, die ritussen te vieren. Verder, de heilige bisschoppen en leeraren van het Oosten zijn in den feestkalender der Romeinsche Kerk opgenomen, en hun homilieën zijn een sieraad der Latijnsche liturgie.