Allereerst, het fundamenteele punt moet zijn: in de plaats van de materieele macht der wapenen kome de moreele macht van het recht; bijgevolg: een redelijke overeenkomst van allen over gelijktijdige en wederkeerige vermindering der bewapening, volgens vast te stellen regels en waarborgen, en volgens den maatstaf van hetgeen in iederen staat noodig en voldoende is tot handhaving der openbare orde;
vervolgens: in plaats van de legers de inrichting van een scheidsgerecht met zijn verheven vredestichtende functie, volgens overeen te komen normen en vast te stellen strafbepalingen tegenover den staat, die weigeren zou hetzij de internationale vraagstukken aan scheidsrechterlijke uitspraak te onderwerpen, hetzij de beslissingen daarvan te aanvaarden.