Paus Benedictus XVI - 8 juli 2006
U weet dat ik van nabij en met grote belangstelling de gebeurtenissen volg in de Kerk van uw land, dat diep christelijke wortels heeft. Uw land heeft veel bijgedragen tot het getuigenis van het geloof en de verbreiding ervan in veel andere delen van de wereld, en het is geroepen dat ook nu te doen. Houdt deze geest, die het leven van de Spanjaarden in de loop van hun geschiedenis begeleid heeft, levend en sterk, zodat die steeds weer de ziel van uw volk mag voeden en levenskracht schenken. Ik ken en ondersteun met mijn bemoediging de impuls die u de pastorale zorg geeft in een tijd van voortschrijdende secularisatie, die soms zelfs het innerlijk leven van de christelijke gemeenschap in de greep krijgt. Blijft dus verkondigen, zonder u te laten ontmoedigen, dat de waarheid aangaande de mens ondergraven wordt en dat er een hypotheek wordt gelegd op de toekomst van de cultuur en de samenleving, als men God buiten beschouwing laat, doet alsof Hij niet bestaat, of het geloof geheel naar de privé-sfeer verbant.
Daarentegen is het richten van de blik op de levende God, die borg staat voor de waarheid en onze vrijheid, een voorwaarde om tot een nieuwe menselijkheid te komen. Wat de wereld vandaag de dag bijzonder nodig heeft is dat God verkondigd wordt en dat er wordt getuigd van Hem, die liefde is en daarom het enige Licht dat tenslotte het donker van de wereld verlicht en ons de kracht geeft te leven en te handelen. Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 39 Denkt in moeilijke ogenblikken of situaties aan de woorden uit de Brief aan de Hebreeën: “Laten wij ... vastberaden de wedstrijd lopen waarvoor we hebben ingeschreven. Zie naar Jezus, de aanvoerder en voltooier van ons geloof. In plaats van de vreugde die Hem toekwam, heeft Hij een kruis op zich genomen en de schande niet geteld ... dat zal u helpen om niet uit te vallen en de moed niet op te geven” (Hebr. 12, 1-3). Verkondigt dat Jezus “de Christus, de Zoon van de levende God” is (Mt. 16, 16), die “woorden van eeuwig leven” heeft Vgl. Joh. 6, 68 , en weest altijd bereid tot verantwoording en rekenschap van de hoop die in u leeft Vgl. 1 Pt. 3, 15 .